Karima Bello is een van onze gasten op ons webinar over Latijns-Amerika van 22 april. Hier haar recente artikel in de Granma:Zestig jaar zijn verstreken sinds die dag waarop het socialistische karakter van de revolutie werd afgekondigd, we hadden net een dictatuur verslagen. De hedendaagse Cubaanse context is anders. We hebben een grondwet goedgekeurd die de onherroepelijke aard van het socialisme in Cuba erkent. Het collectieve pact voor de continuïteit van ons socialisme moet echter van dag tot dag worden bijgewerkt.“Kameraden arbeiders, dit is een socialistische en democratische revolutie van de gewone mensen, met de gewone mensen en voor de gewone mensen. En voor deze revolutie (…), zijn wij bereid ons leven te geven”. Dit waren de woorden van Fidel op die 16de april 1961, ten overstaan van een volk dat diep gekwetst en verontwaardigd was over de imperialistische agressie die het net ondergaan had. Het waren geen loze woorden: de volgende dag zou hij als eerste de Varkensbaai-invasie te lijf gaan, waarbij het imperialisme een legendarische nederlaag werd toegebracht. Het volk was letterlijk zijn leven aan het geven.
Er zijn mensen die zeggen dat dit geen tijden zijn voor slogans, en zij hebben gelijk. De geschiedenis die we tot nu toe hebben meegemaakt, past niet in één slogan. De manier waarop wij, zonder de soevereiniteit van de natie op te geven, weerstand hebben geboden aan het systematische geweld van een van de sterkste bolwerken van de kapitalistische macht in de geschiedenis, past niet in één slogan. In een slogan is niet genoeg ruimte voor de scherpte en vastberadenheid die nodig zijn om de veranderingen door te voeren die het heden vereist, voor de eerlijkheid waarmee we onze beperkingen op een zelfkritische manier onder ogen moeten zien, noch voor de kracht en overtuiging waarmee we moeten werken om het land op te bouwen dat we willen.
Op de dag dat het socialistische karakter van de revolutie werd uitgesproken, hadden we net een dictatuur verslagen. Zonder een systeem dat de overheersingsstructuren van het kapitalisme zou doorbreken en een einde zou maken aan alle vormen van uitbuiting, zou het juridisch-politieke apparaat van de bourgeoisie, ook als republiek, dienstig zijn gebleven voor de elites, ten nadele van de gewone mensen. De revolutie heeft de mensen die haar aan de macht brachten niet verraden.
Zestig jaar zijn verstreken sinds die historische dag. De hedendaagse Cubaanse context is anders. We hebben een grondwet goedgekeurd die de onherroepelijke aard van het socialisme in Cuba erkent. Het collectieve pact voor de continuïteit van ons socialisme moet echter van dag tot dag worden bijgewerkt.
Vandaag zijn de uitdagingen anders: de goedgekeurde veranderingen voortzetten en de economie vooruithelpen; een economie onder druk, natuurlijk, maar die we absoluut moeten doen vooruitgaan. We moeten goed beseffen dat geen enkele economische verandering iets louter technisch is; het is een proces met complexe politieke, sociale, subjectieve en culturele uitwerkingen. Hoe kunnen de vereiste economische transformaties en de uitdieping van rechtvaardigheid, billijkheid en democratie in ons land op elkaar worden afgestemd? Dat zou onmogelijk zijn als we de weg van het socialisme zouden verlaten.
Onze houding lijkt wel een dwaze gok in een regio waar het neoliberalisme al zo ver gevorderd is. Maar net door die behoefte aan een andere mogelijke wereld heeft onze dwaasheid zin. Wij zijn niet op grillige wijze een waanbeeld aan het verdedigen, wij proberen het beste alternatief naar voren te brengen, omdat wij ons bewust zijn van het historische moment waarin wij leven en de geopolitieke enclave waarin wij gestrand zijn.
Op een dag als vandaag is het net alsof ik mij onder het volk bevond dat op 16 april 1961 klaar voor de strijd bijeenkwam, en zeg ik: We zullen winnen! Hoewel onze uitdagingen verschillend zijn, staan we hier. En het is geen slogan! Echt, hier staan we!
Schrijf in voor een rechtstreekse ontmoeting met o.a. Karima Granma