Raul Castro onderstreept het belang van de stedelijke landbouw in de huidige tijd om voedselsoevereiniteit te bereiken.
Duizenden zgn. organoponicos, geperfectioneerde moestuinen, ontstonden in de drie voorbije decennia in een samenwerking tussen de bevolking ,de universiteiten, onderzoekscentra en de lokale overheden. Dit resulteerde in een efficiënte stadslandbouw met eigen zaadbanken bv, goede verspreiding van de opgedane kennis, … die een belangrijke bijdrage vormt voor Cuba’s voedselsoevereiniteit.
De stedelijke, voorstedelijke en gezinslandbouw beslaat meer dan twee miljoen hectare grond en naar schatting dragen zo’n 500.000 gezinnen bij aan die productie. In Havana wordt de volledige behoefte aan groenten via deze lokale productie ingevuld.”
In deze tijden, gekenmerkt door de intensivering van de blokkade en de gevolgen van de pandemie, is het noodzakelijk om zo’n groot mogelijke voedselsoevereiniteit te bereiken. In die missie heeft het programma van de stedelijke, voorstedelijke en familialCe landbouw een groot deel van de verantwoordelijkheid,” zei generaal Raúl Castro Ruz, eerste secretaris van het Centraal Comité van de Communistische Partij van Cuba, in een bericht ter gelegenheid van de 33ste verjaardag van de oprichting van deze productieve beweging.
De president van de Republiek, Miguel Díaz-Canel Bermúdez, sloot zich aan bij de felicitaties en beschreef de beweging op Twitter als “een belangrijk programma dat wordt ondersteund door hardwerkende en onbaatzuchtige Cubanen die onze erkenning verdienen.
Cubainformación