Protesten en debat in Havana

In San Isidro, een wijk in Oud-Havana, heeft een groepje opposanten via sociale media de aandacht getrokken en tot protestacties van bewoners van de wijk en daarbuiten geleid.

In de laatste novemberdagen protesteerde het zelfverklaarde kunstenaarscollectief Movimiento San Isidro (MSI) tegen bepaalde aspecten van het cultuurbeleid met een pseudohongerstaking. De acties kregen meteen de aandacht en steun van de VS, Amnesty International en opposanten. Maar anderzijds reageerden jongeren en de Cubaanse overheid tegen wat ze een provocatie beschouwen.

Movimiento San IsidroLeden van de San Isidro Beweging (MSI) gingen half november naar eigen zeggen in hongerstaking om de vrijlating van rapper Denis Solís en de sluiting van de MLC-winkels te eisen. Waarover gaat het eigenlijk?

De ‘beweging’ telt wellicht amper een twintigtal mensen en heeft een appartement in San Isidro als hoofdkwartier. Haar leider heet Luis Manuel Otero Alcántara, die bekend staat voor zijn provocaties en banden met VS-parlementsleden die de blokkade tegen Cuba steunen. Leden van de MSI tonen hun sympathie met terroristen uit Miami, zoals William González Cabrera. Die betaalde acties tegen installaties en instellingen in Cuba: pogingen tot brandstichting in een café, een kapperszaak en een winkel.

De MSI kan ook rekenen op de steun van Michael Kozak, ondersecretaris van de dienst Zaken van het Westelijk Halfrond van de ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS, van Marco Rubio, gekend VS-senator en fervent tegenstander van de Cubaanse regering, en van Luis Almagro, de secretaris-generaal van de roemloze Organisatie van Amerikaanse Staten, die alle linkse Amerikaanse regeringen aan de schandpaal nagelt. Aan zijn vrienden leer je iemand kennen …Denis Solís is een rapper die eerder wegens smaad aan de politie tot acht maanden gevangenisstraf was veroordeeld. (1) Op video’s is te zien hoe hij een agent beledigt en daarbij “Donald Trump 2020” (“mijn president”) roept. Zijn artistieke bijdrage voor de wereld bestaat er onder andere uit zich te tooien met enkel een Cubaanse vlag in de badkamer en dat op het internet te posten. Dergelijk respectloos gebruik van een nationaal symbool ligt in Cuba – zoals in vele landen – erg gevoelig en is strafbaar gesteld. Daarnaast had hij ook banden met een lid van een terroristische groep in de VS dat hem 200 dollar beloofde om te doen wat hij hem vroeg… De Cubaanse Rappersvereniging distantieerde zich van Solís, die overigens geen beroep aantekende tegen zijn veroordeling.

De hongerstaking van de MSI moet trouwens met een flinke korrel zout worden genomen. Op beelden is te zien hoe de ‘hongerstakers’ via het internet aankopen doen en er spijs en drank wordt geleverd om een feestje te bouwen.

Tot slot kreeg het collectief ook het gezelschap van Carlos Manuel Álvarez, een ‘journalist’ uit Mexico die voor de National Endowment for Democracy (NED) werkt, het CIA-vehikel om subversie in het buitenland te financieren en te organiseren. Omdat Alvarez zijn quarantaineverplichting (die in deze coronatijden voor iedereen geldt die in Cuba aankomt) niet nakwam (door niet op het aangegeven adres te verblijven) greep de politie in.

De sluiting van de MLC-winkels ten slotte lijkt vooral een poging om sympathie te winnen bij de bevolking. Het gat om winkels waar je alleen met buitenlandse deviezen kan betalen en dus producten kan kopen die elders moeilijk te vinden zijn. De regering gebruikt die shops om buitenlandse deviezen in handen te krijgen, waarmee noodzakelijke producten ingevoerd kunnen worden. MLC-winkels zijn niet leuk voor mensen zonder buitenlandse deviezen, nog steeds een belangrijke minderheid van de bevolking, maar wel een noodzaak om het welzijns- en gezondheidsbeleid te kunnen finacieren.

Cultuur en revolutieOp 27 november verzamelden enkele tientallen Cubanen voor het ministerie van Cultuur in Havana en eisten een onderhoud. Nadat ze hun woordvoerders hadden kunnen aanduiden werden die ontvangen. Het dispuut gaat vooral om de toepassing van het decreet op de kunstenaars, regelgeving over toelating voor het cultureel gebruik van straten, pleinen en parken, het naleven van geluidsnormen en het hebben van contracten voor de prestaties en het respecteren van de auteursrechten.

Het decreet verbiedt het aanwenden van pornografie, geweld, seksistisch, vulgair en obsceen taalgebruik en discriminatie wegens huidskleur, gender, seksuele geaardheid en handicap of enige andere aantasting van de menselijke waardigheid of wat indruist tegen de wetten en de moraal. Viceminister van Cultuur Fernando Rojas vertelde nadien op televisie dat de regering de dialoog ging voeren, niet alleen met de mensen die naar het ministerie waren gekomen maar ook met de brede massa van kunstenaars en schrijvers.

Debat, confrontatie en revolutieDe Cubaanse essayist Enrique Ubieta Gómez maakt onderscheid tussen debat en confratie. Bij een debat komen tegengestelde meningen aan bod . Dat is nuttig en nodig om de sterke en zwakke punten van de revolutie te kennen. Een debat heeft als doel de revolutie te versterken. Wanneer het echter de bedoeling is om de andere te overwinnen en de revolutie te verzwakken of te vernietigen dan spreken we over een confrontatie, een (klassen)strijd. Dan mag men zich verdedigen, en dat is wat de revolutie doet en moet doen.

Ubieta haalt Fidel aan: “Niemand heeft ooit verondersteld dat alle mensen, of alle schrijvers, of alle kunstenaars revolutionairen moeten zijn, of dat alle revolutionairen kunstenaars moeten zijn, noch dat elke eerlijke mens, door eerlijk te zijn, revolutionair moet zijn. Revolutionair zijn is een ook een levenshouding, revolutionair zijn is een houding ten aanzien van de werkelijkheid (…). De revolutie moet proberen de meerderheid van het volk voor haar ideeën te winnen; de revolutie moet altijd op de meerderheid van het volk kunnen rekenen, niet alleen op de revolutionairen, maar op alle eerlijke burgers die, hoewel ze geen revolutionair zijn (…), de revolutie steunen. (…) Binnen de revolutie mag alles, tegen de revolutie niets.” De revolutie bracht het volk democratie en cultuur, maar ze geeft geen ruimte aan zij die, met steun van of ten gunste van een buurland dat het volk door een blokkade al zestig jaar het leven zuur maakt, de verworvenheden van de revolutie willen afbreken.

Als reactie op de fratsen van de MSI kwamen honderden jongeren bijeen om hun steun aan de revolutie te betuigen. President Miguel Díaz-Canel kwam onaangekondigd langs en werd er warm onthaald. Op Twitter hekelde hij de inmenging van de VS en veroordeelde de manipulatie en provocaties. “Ze hebben zich van land vergist”, zei hij, in een verwijzing naar andere landen waar men via protestbewegingen probeert een regering ten val te brengen.

In dat verband verwijst Raúl Capote, die destijds in antiregeringsgroepjes infiltreerde en hen daarna als betaalde agenten kon ontmaskeren, naar het handboek “Van dictatuur naar democratie” van Gene Sharp, de goeroe van het geweldloos verzet. De methodiek vindt wereldwijd toepassing en bestaat o.a. uit het gebruik van symbolen en tekens (de ‘kleurenrevoluties’), zich als geweldloos voorstellen maar ook selectief geweld en (artisanale) wapens gebruiken en zelfs misdadigers inschakelen, voortdurend betogingen uitlokken, massaal gebruik van sociale media, internationale aandacht krijgen, fake news verspreiden… Deze strategie is met succes toegepast in landen waar de regering niet meer op de steun van het volk kon rekenen. Niet zo in Cuba of Venezuela.

De behandeling van (niet-conventionele) kunstenaars, schrijvers en journalisten in Cuba staat in schril contrast met de rest van de wereld: in Spanje en Frankrijk gaan ze soms de gevangenis in omdat ze het staatshoofd beledigen; in beide landen krijgt (kreeg) het sociaal protest met strengere handhavingswetten te maken. In landen als Mexico en Colombia zijn er jaarlijks honderden verdwijningen en doden.

InmengingDe Cubaanse regering riep Timothy Zúñiga-Brown, de zaakgelastigde van de VS-ambassade, op het matje om tegen haar inmenging te protesteren. De VS-ambassade betuigde haar steun aan de MSI en zorgde zelf voor het vervoer van sommige leden van die groep. Niet-inmenging in de binnenlandse aangelegenheden is een internationaal diplomatiek rechtsprincipe voor alle landen.

Het Witte Huis financiert een zeventigtal projecten om “onafhankelijke kunstenaars” (versta: die zich tegen de regering verzetten of de wet aan hun laars lappen) te steunen en bijvoorbeeld ‘hip-hop kunstenaars tot sociale leiders te vormen’. Tegelijk verbiedt het culturele uitwisselingen tussen de VS en Cuba, tentoonstellingen en optredens.

Westerse media halen hun informatie graag uit de ‘niet-officiële’ of ‘staatsgeleide’ media en kiezen dus voor de ‘onafhankelijke’ journalistiek van websites als ADN, Diario de Cuba of Cubanet, aan wie de VS jaarlijks elk 350 000 dollar toestoppen. Die verspreidden bijvoorbeeld de boodschap dat “persoonlijkheden uit de film- en muziekwereld aan het protest deelnamen, zoals Jorge Perugorría en Fernando Pérez”. Laatstgenoemden waren er inderdaad bij, maar dan wel om te bemiddelen, niet om te protesteren. Israel Rojas, zangeres van Buena Fe, zei op haar Facebookpagina: “Ik was er (…) omdat ik mij ervan bewust ben dat er in Cuba een oorlog van de vijfde generatie woedt, waarbij men probeert de Cubaanse maatschappij te destabiliseren en te verdelen ten gunste van de doelstellingen van het imperium (VS, nvdr)”. Een deel van de MSI vindt heel die dialoog dan weer puur verraad…De VS beschikt sinds 1948 over de Logan Act, een federale wet die samenspanning tegen de belangen van de VS tussen een VS-burger met een buitenlandse macht strafbaar stelt. De wet op de binnenlandse veiligheid van 1950 verplicht dan weer dat men zich als ‘agent van een buitenlandse macht’ moet laten registreren wanneer men geld van een buitenlandse regering ontvangt. In feite heeft elk land dergelijke wetten, maar in het geval van Cuba wordt dat kritiekloos als een bewijs van ‘dictatuur’ aangevoerd.

De inmenging beperkt zich overigens niet het financieren van opposanten en dissidenten van alle slag. Ook sabotageacties – sinds de jaren zestig – maken daarvan deel uit. Een recent geval is de ontsporing van een goederentrein uit de haven Mariel op 26 mei 2019.

De hele kwestie krijgt in de reguliere Cubaanse media veel aandacht, zowel wat de acties als de inhoudelijke discussies betreft. Er is dus dialoog, debat en strijd, zoals altijd het geval is geweest in de Cubaanse revolutie en onder de bevolking. (1) De Belgische strafwet (art. 275) voorziet voor smaad tegen gezagsdragers in straffen van 15 dagen tot 6 maanden gevangenisstraf en een boete van 50 tot 300 euro. In sommige Limburgse gemeentes bestaan er GAS-boetes van 175 tot 350 euro voor het beledigen van een politieagent…(2) Het brede maatschappelijk debat over de nieuwe grondwet is een recent voorbeeld van de Cubaanse revolutionaire toepassing van dialoog en debat.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.