Drie presidenten in één week: Na de afzetting van president Vizcarra dinsdag 11 nov., nam vier dagen later zijn opvolger en waarnemend president Merino zondag 15/11 ontslag na massaal volksprotest waarbij, door het gewelddadig politieoptreden, 114 gewonden en twee doden vielen, 41 mensen blijven vermist. Afgelopen maandag 16 november verkoos het Peruviaanse parlement Francisco Sagasti (van de Morado-partij) met 97 tegen 26 stemmen tot nieuwe waarnemend president (tot juli 2021, mits verkiezingen in april).
Stoelendans van de corruptenVizcarra, kwam in maart 2018 in functie, na het ontslag van Pedro Pablo Kuczynski, die ontslag moest nemen na beschuldigingen van corruptie. Vizcarra stelde de strijd tegen corruptie centraal. Hij liet het voormalige Fujimorista-meerderheidscongres, dat de ogen sloot voor politieke corruptie, in september vorig jaar grondwettelijk ontbinden en hield parlementsverkiezingen.
In september dit jaar ontsnapte Vizcarra aan een eerste poging tot afzetting, op beschuldiging van fouten bij de benoeming van een lagere ambtenaar.
Het Congres vond vorige dinsdag plots wél een meerderheid voor zijn ontslag, ditmaal op beschuldiging van het aannemen van steekpenningen jaren geleden toen hij gouverneur was. Een beschuldiging die gebaseerd is op getuigenissen die nog steeds worden onderzocht, maar die voor het congres blijkbaar voldoende waren om hem uit zijn ambt te ontheffen. Dit via een dubbelzinnige constitutionele kunstgreep die veel ruimte laat voor interpretatie: de ‘permanente morele onbekwaamheid’.
Die motie haalde het met 105 stemmen op 130 leden, een ruime meerderheid dus. Slechts 19 stemden voor het behoud van de president en er waren 4 onthoudingen. De afzetting kwam er totaal onverwacht: Partijen die hadden aangekondigd tegen het ontslag te zullen stemmen, hebben plots vóór gestemd. Die plotse wijziging doen in deze context uiteraard vermoedens rijzen.
Het schouwspel van de moraalridders die het spreekgestoelte innamen om een anti-corruptie-speech af te steken was erg cynisch. De meesten van hen worden officieel vervolgd voor veel ergere corruptiezaken en waarnemers geloven dat Vizcarra in zijn verweer mogelijks de waarheid sprak. Bijna de helft van het halfrond is immers officieel aangeklaagd wegens corruptie.”
Hier ben ik, ik loop niet weg”, begon Vizcarra zijn verdediging voor het Congres. Hij benadrukte dat in deze crisistijd met een zwaar getroffen economie en aangekondigde verkiezingen, zijn ontslag tot instabiliteit zou leiden en de ernstige gezondheids- en economische problemen zou verergeren. Hij noemde beschuldigingen tegen hem “vals” en deed ze af als een wraakactie van de ‘bouwclub’ omdat hun illegale winsten slonken toen hij president werd.
Drie bestuurders van twee bouwbedrijven die vervolgd worden in de zgn.’bouwclub’-zaak, een kartel van bedrijven die openbare werken onderling verdelen door het betalen van steekpenningen, getuigden in ruil voor strafvermindering en beweren dat ze steekpenningen hebben betaald aan Vizcarra om werken te mogen uitvoeren. De president wordt ervan beschuldigd 2,3 miljoen Sol (ong. 660.000 dollar) te hebben ontvangen toen hij gouverneur was van de kleine regio Moquegua, tussen 2011 en 2014. De steekpenningen zouden zijn betaald voor een irrigatieproject en de bouw van een ziekenhuis.
Diegenen die hebben gestemd voor het verwijderen van de president waren in de eerste plaats parlementairen van Fujimori. Die hebben zelf een lange geschiedenis van corruptie en genoten dinsdag van hun wraak op de man die hen hun meerderheid in het congres heeft doen verliezen en die de anticorruptieprocessen heeft gesteund die hebben geleid tot de gevangenneming van hun baas, Keiko Fujimori.
Zij hebben zoals gezegd geen meerderheid in het parlement en hadden dus de steun van anderen nodig. Die leverde o.a. de ultranationalistische Unie voor Peru, waarvan de belangrijkste parlementariërs ook worden beschuldigd van corruptie. Ze worden die vanuit de gevangenis geleid door voormalig militair officier Antauro Humala – broer van voormalig president Ollanta – die sinds 2004 in de gevangenis zit. Hij is verantwoordelijk voor de dood van vier politieagenten tijdens de overname van een politiebureau bij een mislukte poging om voormalig president Alejandro Toledo omver te werpen.
Daarnaast stemde ook de fractie van Podemos Perú mee, een partij die wordt geleid door een zakenman die miljonair is geworden door het runnen van minderwaardige universiteiten. Hij werd twee dagen geleden gearresteerd op beschuldiging van het omkopen van magistraten om een onregelmatige registratie voor zijn partij te verkrijgen. Verder was er ook steun van een partij die opgericht is vanuit een evangelische sekte en ook van de meeste congresleden van Acción Popular, de partij van Merino, de vervanger voor 4 dagen van Vizcarra…
Massaal volksprotest en politiegeweldDe straten van Lima en andere steden in Peru vulden zich na de afzetting van Vizcarra onophoudelijk met massaal veel betogers die niet zozeer de verdediging van de afgezette president opnemen, maar vooral door hun afkeer voor de vervanger Merino worden gemotiveerd. Vizcarra had ca. 57% in een peiling tegen slechts ong. 23% voor Merino. De harde repressie door de politie leidde tot twee gedode studenten en 114 gewonden, waaronder tientallen zwaar gewonden. Van 41 betogers is momenteel geen spoor, wellicht worden ze illegaal vastgehouden.
Deze harde aanpak zorgde enkel voor nog meer volk in de straten en op zondag moest Merino onder die druk en die van het parlement zijn onmiddellijk ontslag aankondigen, een eerste overwinning voor het volksprotest.
De manifestaties gaan niettemin onverminderd door want Merino heeft zijn ‘nieuwe regering’, met daarin niets anders dan (ultra)rechtse figuren verbonden met het grootbedrijf van Peru, alle bevoegdheden ‘nagelaten’, hoewel een tiental regeringsleden zelf al ontslag namen. Het parlement moet dus alweer een ‘interimpresident’ aanstellen. Zondagavond vonden ze daarvoor geen consensuskandidaat, vandaag 16/11 in de namiddag proberen ze het opnieuw.
De volksbeweging vreest dat deze ‘nieuwe regering’ de covidpandemie, die zwaar toeslaat in Peru, als voorwendsel zal nemen om de verkiezingen die in april gepland staan voor lange tijd uit te stellen. Naast het protest tegen de ‘parlementaire staatsgreep’ tegen Vizcarra klinkt op straat steeds luider de roep voor een grondwetgevend proces zoals in Chile. De actuele pantomime in de nationale politiek is mogelijk ‘dankzij’ de grondwet van 1993 die onder het autoritaire bewind van Fujimori -nu in de gevangenis– werd opgesteld.
Een tweede overwinning van de straat is dat de openbare aanklager zondag een spoedonderzoek heeft bevolen naar de verantwoordelijken voor de dood van de twee vreedzaam betogende studenten en daarbij ook expliciet de bevelslijn in het onderzoek zal betrekken.
De openlijke ruzie tussen de fracties van rechts in het parlement en tussen de economische machtsgroepen die hen daar brachten, heeft een beweging op gang gebracht van het volk dat het beu is zonder sociale zekerheid, goede tewerkstelling of waardige gezondheidszorg te moeten leven én de pandemie zonder enige overheidssteun te moeten overleven.
Tegelijk verdelen de elites Peru’s rijkdom onderling, en verkoopt ze uit aan investeerders uit het noorden van het continent. De recente overwinningen van het volk in buurlanden Bolivia en Chili dienen ongetwijfeld als inspiratie voor hun strijd.
Hoe de krachtsverhoudingen verder evolueren is vandaag moeilijk te voorspellen bronnen: Telesur en Cubadebate