Het economisch herstelplan moet eerder besliste en nieuwe maatregelen dringend doorvoeren. Cuba doet het zeer goed in de strijd tegen het coronavirus, maar de economie lijdt zwaar onder de pandemie en de door Trump verstrakte blokkade. De Cubaanse leiding neemt (nood)maatregelen om de situatie aan te pakken en de schaarse goederen zo eerlijk mogelijk onder de bevolking te verdelen. Een analyse van Cuba’s relanceplan.
Wereldwijde impact van COVID-19De uitbraak van de COVID-19 pandemie heeft een wereldwijde impact op alle economieën, en dus ook op de Cubaanse. Het Internationaal Muntfonds (IMF) verwacht wereldwijd een gemiddelde daling van het bbp met 3 %, met alleen een groei van 1,2 % in China en 1,9 % in India. Voor de Caraïben verwacht het IMF een terugval van 5,2 %. De directe buitenlandse investeringen zouden wereldwijd met 30 tot 40 % verminderen. Volgens de WTO zou de wereldhandel er met 13 tot 32 % op achteruitgaan, en het toerisme met 30 %. De remesas: het geld dat emigranten naar hun familie thuis zenden, zouden met een vijfde kunnen verminderen. En alsof dat nog niet volstaat verwacht men voor de Caraïben ook een toename van de werkloosheid en tientallen miljoenen mensen die in armoede of extreme armoede zullen terechtkomen. Ondertussen telt het Zuid-Amerikaanse continent bijna 4 miljoen COVID-19 gevallen en meer dan 160.000 doden als gevolg van falende gezondheidssystemen en regeringen die het niet onder controle krijgen. Daarbij spant het Brazilië van de extreemrechtse president Bolsonaro (meer dan 79.000 doden) de kroon.
Economie in het slopHet Cubaanse bruto binnenlands product (bbp) groeide in 2015 nog met 4,4%, maar tussen 2016 en 2019 viel de gemiddelde groei terug op 1,3%, met een verwachte groei van 1% voor 2020. Ondertussen gaat de CEPAL (Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied van de Verenigde Naties) ervan uit dat de Cubaanse economie dit jaar met 3,7% zal krimpen.
Academici, naar wie in toenemende mate wordt geluisterd, en politiek verantwoordelijken benoemen al lang de interne problemen waarmee de economie te kampen heeft: een verouderd en versleten productieapparaat, lage productiviteit, bureaucratie, inefficiënt bedrijfsbeheer, gebrek aan investeringen…
Naast interne factoren speelt hier sinds juni 2017 natuurlijk ook de agressievere blokkadepolitiek van de regering Trump. In de laatste maanden nam die regering maar liefst 86 nieuwe maatregelen tegen Cuba en ging ze voor de volledige toepassing van de wet Helms-Burton uit 1996 die o.a. de buitenlandse investeringen in Cuba in het vizier neemt. De VS slaagde erin om de oliebevoorrading van Cuba te dwarsbomen, met als gevolg dat het eiland het sinds september 2019 met de helft minder olie moet doen.
Het internationaal toerisme in Cuba verminderde in 2019 met 9%, en in januari 2020 was dat al opgelopen tot bijna 20% alvorens helemaal weg te vallen door de pandemie. Daarnaast verloor Cuba ook een aantal markten voor zijn medische export (Brazilië en Ecuador) en kwamen er minder remesas binnen. Medische export, toerisme en remesas vormen in die volgorde de belangrijkste bronnen van deviezen. Daar boven op blijven de prijzen van nikkel en suiker dalen, net als de vraag naar exportproducten zoals rum en tabak. Dat alles leidt tot een nijpend tekort aan deviezen die Cuba nodig heeft om zijn invoer te betalen. De hele regio had dan nog eens met droogte te kampen, met een grote weerslag op de landbouwproductie: minder suiker, minder bonen, minder varkensvlees, minder melk en langere wachtrijen voor winkels. Ten slotte zorgen ook de schuldaflossing, door de VS geblokkeerde banktegoeden en kredieten, minder inkomsten uit belastingen en meer sociale uitgaven voor de gezondheidszorg, voeding en vervoer en voor een gewaarborgd inkomen, op hun beurt voor een stijgend begrotingstekort. Kortom, economisch geen fraai plaatje. Alternatieve activiteit voor hotels Door het stopzetten van het buitenlands toerisme moesten heel wat hotels hun deuren sluiten. Wat doe je dan met je personeel? Er werden onder andere 201 Elpidio Sosa-brigades opgericht. De naam verwijst naar een jonge Cubaanse cafébaas die op 26 juli 1953 aan de aanval op de Moncadakazerne deelnam – waarmee Fidel Castro en de zijnen het startsein gaven voor de Cubaanse revolutie – en daarbij omkwam. De brigades werden op verschillende gebieden ingezet: 22 ervan werden aan ziekenhuizen en gezondheidsvoorzieningen toegewezen, 58 gingen aan de slag in afzonderingscentra, 93 vatten onderhoudswerken in hotels aan en 20 hielpen bij afhaalmaaltijden. In totaal namen 5430 werknemers aan die brigades deel. Daarnaast ontvingen de hotels leden van de medische brigades die op hun vertrek naar het buitenland wachtten of werden ze tot afzonderingscentra omgevormd. De laatste weken wordt ook Cubanen, onder covidproof voorwaarden uiteraard, de gelegenheid gegeven aan gunstprijzen hun vakantie door te brengen in de hotels die anders vooral door buitenlanders bezet worden. UrgentieDe Cubaanse overheid herbekeek de eerder goedgekeurde maatregelen – die sinds het zesde (2011) en zevende partijcongres van 2016 met horten en stoten worden doorgevoerd – en trof ook nieuwe maatregelen. Half juli verschenen partij- en regeringsleiders op televisie om een en ander toe te lichten. Er werden verschillende veranderingen aangekondigd, de ene al concreter dan de andere, want de zinsnede “er zullen maatregelen worden getroffen” klonk toch nog te veel door. De voorgestelde strategie zal gevolgen hebben voor de productie, de handel, de uitvoer, de financiën en het economisch beheer. Die laatste term slaat op de eigendomsvormen: privé of overheid, en de rol van de markt en de planning.
Het vertrekpunt daarbij is dat de nog steeds niet uitgevoerde ‘oude’ maatregelen nu echt wel aan de beurt zijn. “We kunnen niet voortdoen zoals we bezig zijn” zei president Díaz-Canel in een toespraak op de ministerraad van afgelopen 16 juli. “De lopende omvormingen eisen de toepassing van de 209 richtlijnen*. Ze bieden allemaal kansen en vormen risico’s die we moeten in kaart brengen om onmiddellijk alle mogelijke ontsporingen af te blokken. Het grootste risico zou zijn om niet te veranderen, om niet om te vormen en het vertrouwen en de steun van het volk te verliezen”. En: “Als regering moeten we goed luisteren, een onderscheid maken tussen eerlijke kritiek en waardevolle suggesties en kwaadwillige acties en onrealistische voorstellen; we moeten antwoorden, uitleggen, argumenteren en uitvoeren.”Op televisie zei Alejandro Gil Fernández, minister van Economie en Planning, dat de hinderpalen voor de economische ontwikkeling moeten worden uit de weg geruimd. Hij somde de principes van de strategie op: vasthouden aan de centrale planning -zijn ministerie moet dat in goede banen leiden – , binnenlandse productie stimuleren en de invoermentaliteit ombuigen, marktregulering, samenwerking tussen de economische actoren en de binnenlandse vraag doen spelen, meer beheersautonomie voor de bedrijven, goedgekeurde beslissingen over beheers- en eigendomsvormen uitvoeren, competitiviteit aanmoedigen, besparen en de arbeidsmotivatie opkrikken en tot slot: een actief klimaatbeleid in harmonie met de sociale ordening van het land voeren. Laten we een paar van de maatregelen onder de loep nemen.
Meer producerenDe productie, en dan vooral de voedselproductie, komt op de eerste plaats. De binnenlandse voedselproductie blijft ondermaats en dekt amper 20 % van de binnenlandse vraag. De rest moet dus worden ingevoerd en minder deviezen betekent dus ook minder invoer en meer schaarste van heel wat basisproducten. Volgens econoom Triana Cordovi ligt er niet minder dan 800.000 hectare grond braak. Die verpachten zou meer productie en belastinginkomsten kunnen opleveren. Het ministerie van Landbouw en de staatsboerderijen worden gereorganiseerd. Er komen nieuwe maatregelen om de boeren -70 % van de landbouwproductie komt van privéboeren en coöperaties, 80 % van de landbouwgrond is in privéhanden – te stimuleren en te helpen om de verkoop beter te doen verlopen. Nu raakt de landbouwproductie vaak niet op tijd bij de consumenten bij gebrek aan transportmiddelen en zijn er te weinig meststoffen en uitrustingen. Alle economische actoren betrekken en de bevoorrading verbeterenDe overheidsbedrijven moeten meer autonomie krijgen en er komt meer ruimte voor micro-, kleine en middelgrote bedrijven, zowel in de privé- als in de overheidssector. De tewerkstelling in de privésector – met zijn meer dan 600.000 werknemers nu al goed voor 13 % van het totale aantal – wordt versoepeld en uitgebreid en alle bedrijven moeten gemakkelijker kunnen uit- en invoeren, o.a. via de speciale zone in Mariel. De privésector moet overtallig personeel uit de overheidssector tewerkstellen en een aanvullende rol spelen. Tegelijk wil men ook dat de overheidsbedrijven beter draaien. Er komen voorts diverse fiscale stimuli zoals belastingkredieten en het prijzenbeleid en de prijscontrole worden herzien. Het is immers de bedoeling dat de producent een betere prijs krijgt, maar ook dat de consument beschermd wordt tegen te hoge prijzen, en dat is geen gemakkelijke evenwichtsoefening.
Een paar dagen geleden ging in Nuevo Vedado in Havana eindelijk de eerste groothandelsmarkt Mercabal open. Zelfstandige horecaondernemers, bakkers en niet-agrarische coöperaties kunnen er terecht om rijst, meel, eieren, olie, suiker, water, bier, mayonaise, tomatensaus, deegwaren, garnalen, chocolade en vleeswaren te kopen. Betalen doen ze in de nationale munt (peso CUP) via een bankkaart. De horecaondernemers wachten hier al lang op, want op een groothandelsmarkt kopen levert al snel een besparing van 20 % op. Het is de bedoeling dat er in augustus in Havana nog twee andere groothandelsmarkten openen en later ook in de andere provincies. Harde valuta verwervenVroeger moest men zijn US-dollars mits een taks van 10% omwisselen in CUC, de parallelle Cubaanse munteenheid voor internationale transacties . Nu wordt die taks afgeschaft en kan men in een reeks winkels rechtstreeks – maar wel via een debetkaart – in buitenlandse deviezen betalen (de zgn. moneda libremente convertible, MLC). De debetkaart is dus gekoppeld aan een rekening waarop men zijn buitenlandse deviezen moet storten. Deze maatregel lokt protest uit van de Cubanen die niet over buitenlandse deviezen beschikken: ze zien er een schending in van het gelijkheidsbeginsel omdat nu slechts bepaalde groepen bepaalde zaken kunnen kopen. Dat is natuurlijk al lang het geval en de regering haastte zich uit te leggen dat de basisproducten wel degelijk verder in de nationale munt te koop blijven. De regering wil vooral waardevolle valuta verwerven waarmee producten kunnen worden ingevoerd, die dan gesubsidieerd in de nationale munt kunnen worden verkocht. Wat dus op het eerste gezicht ‘discriminerend’ is, komt uiteindelijk ten goede aan de hele gemeenschap.
Financiering van het begrotingstekortSinds 2013 financiert de overheid ongeveer 70% van haar tekort door aan de centrale bank obligaties te verkopen. De bank betaalt die met het geld dat op haar rekeningen staat. Dat is een gebruikelijke praktijk in vele landen. In Cuba is er veel geld in omloop: in 2018 tot 59% van het bbp – maar tot nu konden gewone burgers daarmee geen obligaties kopen. In die mogelijkheid wil men nu geleidelijk aan voorzien.
Subsidieer de mensen, niet de productenOp het vlak van de subsidies wil men eerder personen met lage inkomens dan producten subsidiëren, zoals nu het geval is. In 2018 gaf de overheid 3,6 miljard peso uit om producten te subsidiëren voor alle Cubanen zonder onderscheid, ongeacht hun inkomen en noden. Als men zou uitgaan van de reële behoefte, d.w.z. mensen met een te laag inkomen: ongeveer 30 % van de bevolking, dan zou men hier 70% kunnen besparen, luidt het. Ondertussen worden in juli en augustus sommige rantsoenen voor basisvoeding wel verhoogd: ongeveer 1 kg extra rijst en 600 gr extra bonen. Voor kinderen tot 14 en ouderen vanaf 64 zou er ook extra kip moeten verzekerd zijn. Het is echter zeer onduidelijk of die verschuiving in het subsidiebeleid snel zal gebeuren.
Snel en goed communicerenPresident Díaz-Canel wees er in zijn toespraak ook op dat de vijand, met veel geld en via diverse kanalen, alle problemen van tekorten en wachtrijen aangrijpt om de revolutie te belasteren en wanhoop en ontmoediging aan te wakkeren. Op de sociale media worden geruchten verspreid zoals: “de hele economie wordt gedollariseerd”. Hij riep dan ook op om snel, goed en proactief te communiceren, waarbij uiteindelijk “de beste communicatie eruit bestaat de zaken goed te doen”. Tot slot zei hij er alle vertrouwen in te hebben dat wanneer het volk goed is ingelicht, het de maatregelen ook zal steunen.
De maatregelen worden nu al doorgevoerd en de strategie en de eerste resultaten ervan zullen in oktober in het parlement worden besproken. * Het gaat om sociaaleconomische richtlijnen die de economie efficiënter moeten maken. Strijd tegen de speculatieNaast de uitleg over de (nieuwe) maatregelen besteden de Cubaanse media ook aandacht aan de strijd tegen de speculatie, en dan met name tegen de “coleros”. Dat zijn mensen die de schaarse producten kopen en nadien tegen twee tot drie keer de prijs doorverkopen. Sommige coleros doen zelf geen aankopen maar verkopen gewoon hun plaats in de wachtrij… Sinds het begin van de pandemie verschenen bijna 1300 coleros voor de rechtbank. De strafwet voorziet immers in boetes van 100 tot 300 peso en gevangenisstraffen van 3 maanden tot een jaar voor mensen die uit winstbejag zonder vergunning zaken produceren, verwerken of verkopen of een dienst aanbieden, speculeren en hamsteren. Sinds kort worden tegen de coleros ook apps ingezet en bezorgdiensten georganiseerd, naast online winkelen. Natuurlijk kan uiteindelijk alleen een voldoende aanbod de zwarte markt echt uitschakelen. Bronnen:– La batalla económica y frente a la COVID-19 en la Cuba actual, José Luis Rodríguez, Granma– Verslagen van de tussenkomsten van Díaz-Canel en Alejandro Gil Fernández– Website van het Ministerie van Economie en Planning (www.mep.gob.cu)– Dr. Juan Triana Cordoví (www.oncubanews.com)