Nieuwe en oude strijdpunten voor LGBTI+ in Cuba

Julie Steendam -Cubanismo.be – lid dat een half jaar in Cuba verblijft – sprak de voorbije week met Teresa Fernandez, nationaal coördinatrice van het Cubaanse netwerk van lesbische vrouwen en vijf jaar lang redactrice van het tijdschrift van Cenesex, het nationaal centrum voor seksuele opvoeding.

In maart spreekt Teresa in heel België op uitnodiging van Cubanismo.be, je kan er gratis bij zijn.

We ontmoeten elkaar voor de derde keer in het hoofdkantoor van Cenesex, een groot wit huis omringd door een uitnodigende patio waarop steeds verschillende mensen aan het kletsen zijn. Vrouwen met kort haar met hun abuela’s, vrouwen met stoppelbaard en elegante jurken, een oudere man met een knotje op het hoofd, een bewaker die uit een postkaart van het Cubaanse platteland lijkt te komen; Iedereen begroet elkaar om ter hartelijkst met kushandjes en ‘Te quiero’s. Dit is een plek waar geen plaats is voor haat.

Ik ben een beetje zenuwachtig want het is het eerste interview dat ik in het Spaans zal doen. Terwijl ik wacht in een witte ijzeren schommelstoel, zoek ik nog snel enkele termen op via Google Translate: ‘gelijke rechten’, ‘verbod’, ‘homoseksueel’, ‘strategie’, ‘grondwet’, ‘niet opgenomen’. Ik zucht: zo goed ben ik dus voorbereid.

Net als bij de twee voorgaande keren dat ik Teresa zag, wordt ze hartelijk begroet door iedereen die ze passeert alvorens ze tot bij mij geraakt. Ze draagt een zware doos papieren mee. Het is het eerste boek over de situatie van niet-heteroseksuele vrouwen in Cuba ooit, en zij werkte mee aan de redactie. We nemen plaats in de aangenaam frisse bibliotheek, en Teresa stelt me meteen gerust door haar langzame en gestructureerde manier van praten.

Vorige week nam ik deel aan een ‘Dag van het verantwoordelijk moeder- en vaderschap’, georganiseerd door Cenesex. Niemand minder dan directeur Marielle Castro, dochter van ex-president Raul Castro, leidde die dag in, die het begin is van een reeks activiteiten om families te helpen oriënteren in de opvoeding van hun kinderen. We krijgen in primeur enkele animatiefilmpjes van de sociale media campagne te zien. Wanneer een korte video toont hoe een zoon na herhaaldelijk aansporen van de moeder niet wil opstaan, klinkt een lach van herkenbaarheid door de zaal. De campagne stuurt er op aan om de nieuwste generatie Cubanen met meer autonomie op te voeden: laat ze zelf hun huiswerk maken, de bus nemen, op tijd op school geraken. In haar speech benadrukt Castro dat ze expres ‘hijo, hija o hije’ zegt, omdat ze alle mogelijke genders van kinderen wil erkennen.

Haar woordkeuze toont goed aan hoe Cenesex aan de normalisering van diversiteit binnen het familiale leven in Cuba werkt. Teresa vertelt trots hoe het netwerk dat ze coördineert op slechts enkele jaren tijd groepen van vrijwilligsters in haast elke provincie van het land heeft. Doorheen alles wat ze zegt wordt het me duidelijk dat correcte, wetenschappelijke kennis verspreiden dé hoofdstrategie van de organisatie is om discriminatie tegen LGBTI+ -mensen in scholen, op de werkvloer en in de Cubaanse maatschappij in het algemeen tegen te houden. De lokale vrijwilligersgroepen functioneren daarnaast ook als observatoren en kunnen juridische hulp verlenen.

In de inkomhal hangt een prikbord dat goed de hoop van enkele jaren terug uitdrukt, toen de hele Cubaanse bevolking een nieuwe grondwet bediscussieerde. Een sticker uit die campagnetijd zegt “Cuba is er klaar voor, de revolutie is steeds meer inclusief”, een andere ‘Alle rechten voor alle families”. Deze campagne van Cenesex, in samenwerking met de Cubaanse overheid, had als doel om het huwelijk en ouderschap tussen mensen van hetzelfde geslacht te laten opnemen in de grondwet. Ze bevestigt opnieuw de koerswijzing van de Cubaanse Comunistische Partij, die tot veertig jaar terug zelf tegen homoseksualiteit streed. Desondanks is het huwelijk tussen twee vrouwen of mannen nog steeds niet mogelijk, en kunnen koppels van hetzelfde geslacht geen kind adopteren of op een veilige manier zwanger worden. “Lesbische koppels zoeken wel oplossingen, maar natuurlijk stellen ze zich dan bloot aan potentieel gevaarlijke situaties.”Helaas was in de aanloop naar het grondwettelijk referendum een andere poster veel prominenter aanwezig in het straatbeeld: een afbeelding van een moeder, een vader en twee kinderen, met als boodschap “dit is hoe een gezin hoort te zijn”. En deze campagne had resultaat: de grondwetswijziging werd niet geaccepteerd. Teresa legt uit dat Cuba sinds de jaren negentig een enorme stijging van religieus fundamentalisme kent: hoofdzakelijk de methodologische en evangelische kerkgroepen, of leden van de Pinkstergemeenschap (Pentecostales).

Deze stijging viel niet toevallig samen met de Speciale Periode. “De overheid moest haar prioriteiten kiezen, en kon minder bezig zijn met religieuze groepen die zich dan op armere bevolkingsgroepen zijn gaan focussen”, legt Teresa uit. “Eerst delen ze voedsel en medicatie uit, dan beginnen ze mensen te organiseren die geen theologische scholing hebben en de Bijbel lezen zonder historische context. Hun discours wordt steeds agressiever, ze gaan ook de emancipatie van genderrollen in het algemeen tegen.” Ze legt ook uit dat deze tendens in heel Latijns-Amerika bestaat, waar oerconservatieve waarden nu ook opnieuw meer grond krijgen. Het seksisme van Bolsonaro is het jammere slechtste voorbeeld.

Teresa twijfelt er dan ook niet aan dat deze kerken gesteund worden van buitenaf. “De campagne die zij voeren, zowel in de wijken als op sociale media, kunnen enkel als je veel financiële middelen hebt”. Ik vraag ongerust op welke manier de overheid deze groepen wilt bestrijden. Ik hint naar censuur, het lijkt me haast de enige manier om zo’n haatdragend discours in de kiem te smoren. Teresa schudt haar hoofd. “Wij strijden met juiste informatie. Dat is wat we doen. Onze uitdaging moet zijn dat spreken over genderdiversiteit deel is van elk curriculum op elke school, dat gezondheidswerkers onze workshops volgen, dat mensen onze publicaties kunnen lezen, dat ze deelnemen aan onze film- en theatervoorstellingen.”Ik vraag of ze dan ook samenwerken met religieuze groepen. Teresa legt uit dat de fundamentalistische groepen geen optie zijn. Maar Cenesex heeft wel goede relaties met andere groepen, zoals de protestanten van het Martin Luther King Junior centrum, en de Iglesia Communitaria Metropolitana, een groep afkomstig uit de V.

S.

Op mijn vraag of ze optimistisch is, antwoordt ze: “De nieuwe grondwet sluit niets uit, en stelt zelf letterlijk dat niemand gediscrimineerd mag worden op basis van geslacht of seksuele voorkeur. We werken nu aan een wetswijziging die een huwelijk tussen mensen van eender welk geslacht moet legaliseren, en dat verwacht ik binnen de twee jaar.” Wetswijziging is nodig maar zeker niet voldoende. Er moet ook een culturele omslag komen. Eerst moeten koppels van hetzelfde geslacht comfortabel kunnen blijven samenwonen met de rest van hun familie. Maar ze moeten buiten hun huis ook veilig zijn: op school, op de werkvloer. En daaraan moeten we werken”.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.