Cubanismo.be-lid Emerita had in november 2019 in Havana een ontmoeting met Teresa Fernández González, die tussen 4 en 24 maart België zal doorkruisen.
Het was al erg warm om 9.30 uur. Ik had net mijn ontbijt gehad op het terras van het restaurant waar we hadden afgesproken. Ik zag een vrouw van begin vijftig, aarzelend en verlegen, naar me toe komen. Zodra we met het gesprek begonnen, begreep ik dat wat ik voor aarzeling en verlegenheid had genomen, niets anders was dan nederigheid en generositeit. Deze opmerkelijk intelligente vrouw is een grote Cubaanse activiste die verschillende boeken over de lesbische kwestie heeft vertaald en bezig is aan een publicatie over lesbiennes op Cuba. Sinds 2012 coördineert ze het netwerk van lesbische vrouwen in Cuba, treedt ze op als specialist in internationale bijeenkomsten zoals ILGA en ILGALAC* bij de VN.
Het Netwek van Lesbische vrouwen van Cuba en het CENESEX van Mariela Castro Het door Teresa gecoördineerde Netwerk van Lesbische Vrouwen van Cuba maakt deel uit van Cenesex, dat onder het Cubaanse ministerie van Volksgezondheid valt en verantwoordelijk is voor de seksuele voorlichting in Cuba. Het is de referentie-instelling voor groepen die zich bezighouden met seksualiteit en LGBTI+ kwesties op verschillende terreinen (gezondheid, sociaal, juridisch, enz.) onder de bevolking. Het viert dit jaar zijn 32e verjaardag. De groepen werken onafhankelijk, waarbij Cenesex via de groepen een schakel tussen de basis en het ministerie vormt.
Teresa’s strijd maakt deel uit van een pijnlijk verleden en heden met betrekking tot haar seksuele geaardheid. Ze woont sinds 1982 samen met een vrouw en heeft veel te lijden gehad van discriminatie. Toch zegt ze dat ze bevoorrecht is ten opzichte van de vrouwen die ze ontmoet in het netwerk dat ze coördineert: ze is blank, komt uit een intellectueel gezin en is opgevoed in de stad, haar zwager is gedurende zijn hele carrière Cubaans ambassadeur geweest. Bovendien kon ze het land verlaten en was ze 25 jaar lang hoogleraar filologie aan de universiteiten van Sardinië en Sicilië, terwijl ze Cubaans staatsburger bleef.
Onder de pijnlijke dingen voor het koppel is het feit dat haar vriendin niet als zodanig wordt erkend. Het huwelijk met een persoon van hetzelfde geslacht was in dit stadium in geen enkele Cubaanse wet vastgelegd. Zij heeft haar dus nooit in het buitenland kunnen vergezellen en kan geen enkel recht genieten dat aan officiële paren wordt toegekend: pensioen, huis erven, enz …
Bewustzijn in Cuba over de discriminatie van de LGBTI+ gemeenschap groeitToen Teresa het netwerk begon te coördineren waren er 4 groepen activisten over het hele land, vandaag zijn dat er 16, in de steden en op het platteland. Deze uitbreiding was o.a. mogelijk dankzij de hulp van de Vlaamse NGO FOS, die hen al verschillende jaren ondersteunt. Het netwerk dat Teresa coördineert geeft opleidingen aan lesbische groepen, rekening houdend met hun eigen behoeften vanuit een humanistisch en transversaal perspectief, zodat ze hun rechten kunnen verdedigen en het bewustzijn van de bevolking kunnen vergroten. Hoewel de Federatie van Cubaanse vrouwen zich sinds het einde van de jaren zeventig met deze kwesties bezighoudt, is het pas in 1985 – toen de dood van een Cubaanse kunstenaar als gevolg van HIV voor het eerst in de media werd gemeld – dat de Cubaanse samenleving zich bewust werd van het probleem van discriminatie in verband met de LGBTI+ kwestie. Het Pro Salud-preventiecentrum pakt de kwestie van hiv aan door gezondheidspromotors aan te stellen die het bewustzijn in het hele land vergroten. Deze promotors waren overwegend mannen die seks hadden met hiv-geïnfecteerde mannen. Deze bewustmakingscampagnes hebben hen een nooit eerder bereikte zichtbaarheid gegeven.
De impact van ‘Fresa y Chocolate’ en de nieuwe Cubaanse Grondwet Een andere gebeurtenis was de release van de film Fresa y chocolate, die een grote impact had op de bevolking en het verhaal vertelt van een homoseksueel in Cuba. Bovendien werd Cuba begin jaren ’90, na de val van het Sovjetblok, gedwongen zich open te stellen voor de wereld en werd de maatschappij zich bewust van de achterstand van Cuba op dit gebied.
Vóór deze veranderingen werden holebi’s beschouwd als antirevolutionairen en asocialen en werd homoseksualiteit als een pathologie gezien. Ze werden dan ook gediscrimineerd op alle niveaus. Toch hebben veel instellingen ten tijde van de parametrisering – nieuwe sociale normen na de revolutie – geweigerd om LGBTI+’s te ontslaan.
Vandaag wordt Cuba door de internationale instellingen erkend als een referentie op het gebied van deze kwesties door het wetenschappelijke en sociale werk dat het levert op het gebied van gender- en seksualiteitskwesties. Het is zeker het meest geavanceerde land in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.
Helaas heeft het werk van de afgelopen vijftig jaar nog niet geleid tot de rechten van het homohuwelijk, de adoptie en de toegang tot kunstmatige bevruchting, vanwege het verzet van religieuze fundamentalistische groeperingen die zich tijdens het nationale debat over de nieuwe grondwet hebben verenigd en sterk in de kijker kwamen. Toch bevat de nieuwe Grondwet fundamentele wijzigingen in de artikelen 42, 68 en 82 ervan.
In deze periode zullen LGBTI+ activisten twee keer zo hard moeten werken om de bevolking, die per referendum over het nieuwe familiewetboek zal moeten stemmen, te sensibiliseren.* ILGA staat voor International Lesbian, Gay, Bisexual, Trans and Intersex Association; ILGALAC is de ILGA van Latijns-Amerika en de Caraïben p { margin-bottom: 0.1in; line-height: 115% } a:link { so-language: zxx }