Met op de achtergrond een toegenomen agressie van de VS heeft de Cubaanse Ministerraad het economisch plan goedgekeurd met een voorontwerp van begroting. Verenigen, organiseren, mobiliserenPresident Miguel Diaz-Canel Bermudez verklaarde op de laatste Ministerraad in het Paleis van de Revolutie: “
We zullen geen afstand doen van de verworvenheden of de te verwezenlijken dromen, en dat is alleen mogelijk in ons socialisme, dat we bereid zijn tot elke prijs te verdedigen”. De president riep op om “altijd verenigd, georganiseerd en gemobiliseerd” te blijven. “We kunnen geen ruimte laten voor breuken, manipulatie, bemoeienis en provocatie.” Hij verwees naar de versterking van de blokkade van de VS-regering en de versterkte maatregelen die tot brandstoftekorten hebben geleid. Hij gaf ook commentaar op de situatie in Latijns-Amerika, waar vele mensen de straat opgaan en links triomfeert, maar waar tevens het meest agressieve rechts terug is, zoals in Bolivië. Hij legde er de nadruk op dat in deze context de inmenging en agressie tegen Cuba, Venezuela en Nicaragua toenemen.”
Het is mode geworden om remedies aan te bevelen zonder rekening te houden met de complexiteit van het leven van het Cubaanse volk in de omstandigheden van een brutale blokkade en zonder rekening te houden met het feit dat we al lang geleden onze weg hebben gekozen, volgens welomschreven onafhankelijkheidsprincipes,” aldus Diaz-Canel.
De president herinnerde aan de verantoordelijkheid is van de communistische partij maar ook van de kaders van alle eenheden en organisaties in het land. Hun politieke en ideologische voorbereiding maakt het verschil in de manier waarop leiders in hun dagelijks leven handelen, zei hij.
Taken uitvoeren volstaat niet, “maar ze leiden, analyseren, evalueren, voorstellen doen, controleren en versterken met creatieve ideeën, om geen ruimte te laten voor oppervlakkigheid”. Het is noodzakelijk om te anticiperen, tijdig beslissingen te nemen, een einde te maken aan de passiviteit en het gebrek aan controle over de middelen, voegde hij eraan toe.
De prioriteitenDiaz-Canel somde de prioritaire taken van de regering op: de uitgebreide taak tot het opstellen van wetten in navolging van de nieuwe grondwet, de lokale zelfvoorziening, de winterzaaicampagne en het oogsten van het suikerriet, de steun voor het verbeteren van de kwaliteit van het toerisme, de relaties met universiteiten, het huisvestingsbeleid, de strijd tegen brandstofdiefstal en het nationale investeringsplan.
Ook export, productieketens, buitenlandse investeringen, informatisering, de epidemiologische situatie, verbetering van het stedelijk milieu, strijd voor fatsoen en tegen het gebrek aan sociale discipline behoren tot de prioriteiten.
Het staatshoofd verwees ook naar de meest voorkomende ongenoegens die uit opiniepeilingen naar voren komen. Hij noemde met name de hoge prijzen van bouwmaterialen, de afwezigheid van landbouwproducten op sommige markten, de slechte ontvangst van klanten in winkels, de bureaucratie: vnl. op het gebied van huisvestingsformaliteiten, problemen op het gebied van vervoer, wegen, afvalinzameling en begrafenisdiensten. In dit verband heeft de president de betrokken instanties verzocht prioriteit te geven aan deze problemen.
Een objectief plan aangepast aan de realiteitDe minister van Economie en Planning, Alejandro Gil Fernandez, noemde het Economisch Plan een objectief plan dat aan onze realiteit is aangepast. Een plan dat de groei niet loslaat en reserves voorziet om te groeien. Het werd ontworpen voor 2020, goedgekeurd door de Ministerraad en voorgelegd aan het Parlement. Voorafgaand daaraan werd het plan ook geanalyseerd door het Politiek Bureau van het Centraal Comité van de Communistische Partij.
Het plan werd ontwikkeld zonder specifieke richtlijnen om de analyse met de werknemers niet te reduceren tot cijfers van “boven”. Dit ontwikkelingsproces werd uitgevoerd in samenwerking met de Cubaanse vakbond (CTC), waardoor een actievere en minder formele deelname aan de bespreking van dit beleidsdocument mogelijk werd.
Gil Fernandez wees erop dat een van de belangrijkste concepten voor volgend jaar eruit bestaat om niets te importeren wat efficiënt kan worden geproduceerd in het land zelf en de export zo veel mogelijk te versterken. Hierover zei hij: “
De oplossing ligt in onze handen, we zijn er klaar voor en we zijn het erover eens dat we meer plaats moeten geven aan collectieve analyses om de export te stimuleren. » De grootste toegevoegde waarde in het beheer van de overheid ligt in de manier waarop we de inkomens zullen verhogen en manieren zullen zoeken om de import effectief te vervangen, door zelf efficiënt te produceren wat we nu importeren.
Het 2020-plan ondersteunt prioritaire programma’s zoals de ontwikkeling van het toerisme, de woningbouw, de buitenlandse investeringen in activiteiten en blijvende investeringen die bijdragen tot de verhoging van de export, hernieuwbare energiebronnen, voedselproductie en andere belangrijke activiteiten.
Begroting 2020De minister van Financiën en Prijzen, Meisi Bolaños Weiss, lichtte de staatsbegroting voor 2020 toe, met als belangrijkste uitdaging de ondersteuning van de salarissen in de staatssector en de verhoging van de pensioenen. Kost van ongeveer vier miljard peso’s, zonder dat dit een groter begrotingstekort veroorzaakt.
Ze merkte op dat de inkomsten stijgen o.a. via de belastingen op de verkoop van goederen en diensten, en dat een licht herstel van de detailhandel wordt verwacht. Ook wordt verwacht dat de bijdragen van de niet-staatsgebonden beheersvormen zullen toenemen.
Ook de uitgaven zullen volgend jaar stijgen door de stijging van de salarissen en pensioenen. Er wordt voorzien in voldoende financiering voor basisvoorzieningen voor de bevolking, waarbij prioriteit wordt gegeven aan onderwijs en volksgezondheid op een niveau dat vergelijkbaar is met dat van 2019. Tegelijkertijd wordt het beleid van subsidieverlening voor de aankoop van bouwmaterialen gehandhaafd.
Het is beter om een objectief plan op te stellen, zegt de president, rekening houdend met de problemen die we doormaken, dan een plan te bedenken waarin we projecten plannen die we niet kunnen uitvoeren. We zullen moeten strijden om het goed uit te voeren, creativiteit en een andere manier van denken overbrengen.
Diaz-Canel wil dat in alle processen efficiënt gewerkt wordt, wil dat de kostenbesparende maatregelen toegepast worden om brandstoftekorten aan te pakken, de invoer van meststoffen en biopesticiden verminderen en die in Cuba produceren. Alle export moet sneller verlopen, niet alleen die van traditionele producten, en men mag niet aanvaarden dat het gebrek aan middelen wordt ingeroepen als rechtvaardiging voor het niet nakomen van engagementen ipv alternatieve oplossingen te vinden.
Wanneer we het plan met de werknemers bespreken moeten we hen aanmoedigen voorstellen te doen hoe we een grotere efficiëntie kunnen bereiken met de middelen waarover we beschikken, in de ateliers en de fabrieken, waar de essentiële productieprocessen zich afspelen, en met alle mogelijke ideeën en alternatieven aan de slag gaan.
Programma tegen racisme en discriminatieOok het nationale programma tegen racisme kwam aan bod, met het doel “de overblijfselen van racisme, raciale vooroordelen en rassendiscriminatie die in Cuba nog steeds bestaan te bestrijden en definitief uit te schakelen”.
De viceminister van Cultuur, Fernando Rojas Gutiérrez gaf die toelichting en onderstreepte dat “vanaf 1 januari 1959 begonnen werd met de aanpak van de oorzaken die in het koloniale en neokoloniale tijdperk tot rassendiscriminatie hebben geleid , en hoewel de vooruitgang gigantisch, stevig en onbetwistbaar is geweest, was het moeilijk om vier eeuwen van ongelijkheid in amper 60 jaar om te keren. Het probleem doodzwijgen, het groter maken dan het is of het aanpakken met concepten van buitenaf is geen oplossing.” Hij benadrukte het antiracistische gedachtegoed van Fidel Castro en Raul Castro en de actieve rol van de Unie van Cubaanse schrijvers en kunstenaars en de Commissie José Antonio Aponte bij het oplossen van het rassenprobleem. Het nationaal programma dat wordt ontwikkeld, zal ook strijd tegen regionalisme en discriminatie op grond van etnische en nationale afkomst inhouden, die eveneens uitingen zijn van racisme. Het is, aldus Rojas Gutiérrez, ontworpen zoals een regeringsprogramma en de follow-up ervan zal worden geïntegreerd in het werkprogramma van president Diaz-Canel. “
Om de taken te coördineren, zal een regeringscommissie onder leiding van de president van de Republiek worden opgericht”, zei hij.
Naast een analyse van het bestaande racisme en het vastleggen van programma’s per regio en sector, zal aandacht gaan naar het verspreiden van het historisch en cultureel erfgoed van Afrika, onze inheemse volken en andere niet-blanke volkeren in de context van Cuba’s culturele diversiteit. Ook wordt publiek debat georganiseerd over raciale kwesties in politieke, sociale en volksorganisaties, en in de media.
Het staatshoofd wees erop dat “iedereen erkent dat onze revolutie het sociale en politieke proces is geweest dat het meest heeft bijgedragen aan de uitbanning van rassendiscriminatie, maar dat er nog steeds enkele overblijfselen zijn die niet van politieke aard zijn in onze samenleving, maar die te maken hebben met de cultuur van een groep mensen”. We moeten daartegen een samenhangende campagne opzetten met impact die ons zal helpen om deze problemen op te lossen en om het niveau van rechtvaardigheid en humanisme van de revolutie te tonen”
Buitenlandse investeringenDe minister van Buitenlandse Handel en Buitenlandse Investeringen, Rodrigo Malmierca Diaz, presenteerde een rapport. Hij had het over 52 van de meest gevorderde projecten met een geschat bedrag van zes miljard dollar, in het toerisme, de suikerindustrie, bouw, landbouw, voedselproductie, industrie, energie en vervoer.
Hij benadrukte de noodzaak om met een “gevoel van urgentie” te werken aan de verwezenlijking van die projecten en al het mogelijke te doen om ervoor te zorgen dat zij een impact hebben op het economisch plan voor volgend jaar.
Nog meer scholingDe minister van Hoger Onderwijs, José Ramon Saborido Loidi, analyseerde van zijn kant de vraag naar hogergeschoolde arbeidskrachten. Hoewel tegen 2020 het aantal afgestudeerden in alle wetenschappelijke richtingen hoger zal zijn dan in 2019, zal dit niet voldoende zijn gezien de vraag ook aanzienlijk is toegenomen. Bovendien heeft de demografische dynamiek geleid tot een geleidelijke daling van de inschrijvingen voor préuniversitair onderwijs en bijgevolg van het aantal studenten dat een toelatingsexamen aflegt.
Er moet verder worden gewerkt aan betere invoeging in het arbeidsleven en gezocht worden naar mechanismen die jongeren aanmoedigen te blijven waar ze zijn, met de mogelijkheid op promotie, aldus de president. Daarom riep hij ook op tot een beter beheer van personeel en geschoolde arbeidskrachten, en tot het benutten van vormingsmogelijkheden.
De president herhaalde zijn oproep om als één land te denken. Hij loofde verder de bijdrage van de organisaties van de Centrale Overheidsadministratie aan de viering van de 500ste verjaardag van de hoofdstad en riep op tot een passend jaareindefeest ter gelegenheid van de 61ste verjaardag van de Cubaanse Revolutie. “
We hebben alle reden om het te vieren, gezien de moeilijkheden die we hebben ondervonden en die we hebben overwonnen”, besloot hij.
Bron: Leticia Martinez Hernandez (Granma).