Op wat bekendstaat als één van de eerste klimaattoppen hield Fidel Castro een toespraak die de dag vandaag nog steeds actueel klinkt. In zijn toespraak heeft hij het over een belangrijke soort die op het punt staat om uit te sterven: De mens. Naast zijn waarschuwing in 1992 was hij ook één van de eerste wereldleiders om te waarschuwen voor de gevolgen van gebruik van biobrandstoffen met grote gevolgen voor de bosbestanden en biodiversiteit in het globale zuiden. Fidel Castro’s tussenkomst op de wereldtop in Rio De Janeiro in 1992: Juni 1992, 20 jaar na Stockholm, wordt het klimaat en milieuprobleem overduidelijk. Fidel speelt een hoofdrol. Zijn korte openingstoespraak begint met : “Heren Excellenties, Morgen kan het te laat zijn. Een belangrijke biologische soort dreigt te verdwijnen door de snelle aftakeling van haar levensvoorwaarden: de mensheid. We zijn ons bewust geworden van dit probleem, als het nagenoeg te laat is om het af te remmen. ” In zijn toespraak ten gronde[iii] legt Fidel Castro een belangrijke link : “Nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zagen wij zulk een algemene vernietigende agressie op het evenwicht van de vitale systemen van de planeet. In de ontwikkelingslanden zijn de onderontwikkeling en de armoede vandaag de belangrijkste factoren die op het milieu drukken. ….. Aan de andere kant brengt het streven naar het halen van de grootst mogelijke winstmarge uit de natuurlijke rijkdommen en de industriële productie, zowel nationaal als internationaal, bij tot nieuwe vormen van luchtvervuiling en milieubeschadiging”.
Fidel Castro legt zo in zijn speech de basis voor een van de fundamentele principes die in het ‘Raamakkoord tegen Klimaatverandering’ zullen vastgelegd worden: ‘De gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid[iv]” tussen rijke en arme landen.
Fidel zal verder in gaan op de vicieuze cirkel van onderontwikkeling en milieubeschadiging. Op de ecologische schuld van de rijke ‘ontwikkelde’ landen. Op de bedreiging van de biodiversiteit door de zogenaamde ‘groene revolutie’ met de chemische landbouw. Op het gebrek aan financiële middelen en de noodzaak van technologie overdracht. Allemaal punten die ook ter sprake kwamen in de recente klimaattoppen van Parijs en Marrakesh. Duurzame ontwikkeling en neoliberalisme gaan niet tesamenFidel slaat in 1992 de spijker op de kop voor het probleem dat vandaag nog steeds actueel is. Ik citeer korte stukjes: “Profiterend van de beslissende veranderingen in de internationale economische en politieke krachtsverhoudingen dringen de geïndustrialiseerde landen aan op een wereldwijde aanpak van de milieuproblemen. Zij doen dat om hun enorme verantwoordelijkheid voor het milieu af te zwakken en eisen zeer verregaande toegevingen van de ontwikkelingslanden…. ….
Positief is dat de milieuproblemen op de voorgrond komen en dat men aandringt op een globale aanpak die ook voor de toekomst aandringt op het behoud van de natuurlijke basis van het leven. Armoede wordt beschouwd als een situatie van grote onrechtvaardigheid, die integraal moet bestreden worden, en de bevolkingsgroei als een gevolg van die miserie. …. …. Zo is er de grote dubbelzinnigheid waarbij men aan de ene kant de sociale ongelijkheid in de wereld van vandaag wel vaststelt, maar waar men anderzijds geen oog heeft voor de mechanismen die aan de basis van die ongelijkheid liggen ….. …. De aanhangers van de neoliberale ideeën pakken uit met het concept van de ‘groene markt’ om de rol van de staat op economisch vlak te minimaliseren. De internationale praktijk heeft nochtans bewezen dat een actief ingrijpen van de regeringen voor het behoud van het milieu onvervangbaar is. …” Fidel verwijst hier terecht naar de maatregelen tegen het gat in de ozonlaag en de tegen de zure regen. Cuba en haar werkelijk milieubeleid[v]Fidel verhaalt verder: “De bezorgdheid voor de bescherming en behoud van ons erfgoed aan natuurlijke rijkdommen op Cuba ontstond bij de revolutionaire overwinning in 1959. De eerste jaren hebben wij ons vooral ingespannen om de bossen in hun vroegere toestand te herstellen. Hun vernietiging begon in het koloniale tijdperk met de uitbreiding van de latifundia voor het telen van suikerriet en het kweken van vee. …. … In het socialistische Cuba zijn het milieu en de natuurlijke rijkdommen het gemeenschappelijk erfgoed van de gehele maatschappij. De hele maatschappij draagt er zorg voor …. De grondwet legt het verplicht karakter van de bescherming van het milieu en de natuurlijke rijkdommen vast zowel voor de burgers als voor de Staat”En over de gevolgen van de val van de Sovjetunie: “De ‘speciale periode in vredestijd’ is vanaf september 1990 begonnen…. De noodzakelijke vermindering van het energieverbruik hebben we aangepakt door maatregelen uit te werken die de sociale rechtvaardigheid en de betrokkenheid van de bevolking waarborgen, en dat met de met een belangrijke winst voor het milieu. We hebben de prijs niet verhoogd van het huishoudelijk gebruik van elektriciteit…. Wij deden een beroep op de wetenschappelijke en technische kwalificatie van het volk. De vorming van ons volk, een prioritaire investering is vandaag duidelijk aanwezig in het hele land”.
Check zijn toespraak hier Kortom Fidel Castro draagt heel wat elementen aan die vandaag de dag nog steeds de sociaal georiënteerde klimaatbeweging kunnen inspireren.