Het typische ‘good guys versus bad guys’ verhaal voldoet niet in Venezuela. Staatsgrepen zijn niet meer wat ze geweest zijn. Rauwe militaire macht is niet meer voldoende. Anno 2019 staat of valt een staatsgreep met het al dan niet succesvol bespelen van de publieke opinie. Venezuela is daar een duidelijke illustratie van.“Twee presidenten”Parlementsvoorzitter Juan Guaidó riep zichzelf eind januari uit tot interimpresident van het Latijns-Amerikaanse land. Het duurde slechts een paar uur vooraleer Donald Trump de jongeman erkende als legitieme interimpresident: het startschot voor de staatsgreep tegen de verkozen president Nicolás Maduro. Het is opmerkelijk dat Guaidó erkend wordt als (tijdelijk) staatshoofd, vooral omdat enerzijds vóór 23 januari 2019 meer dan tachtig procent van de Venezolanen nooit van de man had gehoord, en hij anderzijds nooit aan presidentsverkiezingen heeft deelgenomen. Volgens publieke omroep VRT heeft Venezuela tegenwoordig echter “twee presidenten”.
Het valt Maduro te beurt in de mainstream afgeschilderd te worden als “gruwelijke tiran” en “dictator”. Nochtans kan Guaidó ongestoord zijn gang gaan en oppositiebijeenkomsten organiseren. Zou president Donald Trump, om maar één voorbeeld te noemen, aanvaarden dat bijvoorbeeld kamervoorzitter Nancy Pelosi zich tot Amerikaans president uitroept en het leger publiekelijk oproept om de wapens op te nemen tegen de zittende regering?
De hele situatie in Venezuela is te complex om in dit kort stuk volledig toe te lichten. Daarom verwijs ik graag naar het werk van journalisten Ben Norton, Max Blumenthal, Anya Parampil, Aaron Maté, Abby Martin en anderen.
Steun van WashingtonDe zelfverklaarde interimpresident Guaidó krijgt de volle steun van Washington. Hiervoor zijn twee redenen. Enerzijds zitten de Venezolanen op de grootste reserves aardolie op onze planeet, zelfs groter dan die van Saoedi-Arabië. Noord-Amerikaanse multinationals willen weer toegang tot deze grondstoffen die in 2003 door Maduro’s voorganger Hugo Chavez werden genationaliseerd.
De Verenigde Staten kunnen niet accepteren dat een land in hun zogenaamde ‘achtertuin’ zijn eigen koers vaart, onafhankelijk van WashingtonTen tweede is er de kracht van een goed voorbeeld. De Verenigde Staten kunnen niet accepteren dat een land in hun zogenaamde ‘achtertuin’ zijn eigen koers vaart, onafhankelijk van Washington. Venezuela is al twee decennia de kiezel in de laars van de Verenigde Staten, onder andere omdat het ook andere landen in de regio aanspoort om een van het IMF en van de Wereldbank onafhankelijkere koers te varen.
Wanneer bewezen oorlogsmisdadigers van het kaliber John Bolton (nationale veiligheidsadviseur van Donald Trump) en Elliott Abrams (gezant voor Venezuela) aansturen op een staatsgreep in een zoveelste Latijns-Amerikaans land, is er maar één positie de juiste: een ondubbelzinnig afkeuren van dit internationaal schurkengedrag. Helaas is er in de Nederlandstalige mainstreammedia niemand, tenzij ik me vergis, die de illegale staatsgreep en bij uitbreiding de buitenlandse inmenging in Venezuela veroordeelt. Dat lijkt de normale gang van zaken, want het vergt moed om zich hiertegen uit te spreken, om in te gaan tegen de heersende doctrine. In een mainstream medialandschap, gekenmerkt door strenge besparingen en door een enorme eenheidsworst van power-friendly berichtgeving, maak je daarmee geen vrienden.
Nochtans is verzet tegen deze coup absoluut nodig, want:deze staatsgreep is volledig illegaal;de economische sancties van de VS tegen Venezuela zijn illegaal;het motief is de verrijking van een handvol multinationale ondernemingen en het tot de orde roepen van een land omdat het een onafhankelijke koers vaart;het risico op een gewelddadige burgeroorlog is groot;de plaatselijke bevolking wordt nooit beter van een door de VS gesponsorde staatsgreep, vraag het maar aan de inwoners van Iran, Honduras, Chili en vele andere landen.
Het vergt slechts een paar minuten denk- of opzoekwerk om onomstotelijk aan te tonen dat de motieven van de Verenigde Staten slechts valse voorwendsels zijn. De VS geven niet om democratie in Venezuela of elders, want zij steunen door dik en dun de ergste dictatuur in het Midden-Oosten, Saoedi-Arabië, waar enkele dagen geleden nog 37 burgers, waaronder minderjarigen, werden geëxecuteerd. De VS geven ook geen moer om het welzijn of de gezondheid van de Venezolanen, want onderzoek toont aan dat de Amerikaanse economische sancties tegen Venezuela – die illegaal zijn volgens het internationaal recht – sinds de zomer van 2017 al hebben geleid tot de dood van 40.000 Venezolanen.9Opmerkelijk is overigens dat president Trump, de man die door de halve wereld werd afgeschilderd als waanzinnige wildebras of een nieuwe Hitler, net zo veel steun krijgt in binnen- en buitenland wanneer hij zich het meest oorlogszuchtig opstelt, zoals in Syrië en Venezuela, en bakken kritiek incasseert wanneer hij het pad van de verzoening durft te bewandelen, zoals met Noord-Korea.
Fake newsAlles wat de Venezolaanse oppositie de wereld instuurt, wordt als waarheid naar voren geschoteld. Alles wat de regering-Maduro beweert, wordt met een flinke korrel zout genomen. Dit versnelt de verspreiding van fake news. Twee voorbeelden.
In zo goed als alle mainstream media verscheen eind februari het verhaal als zou de regering-Maduro (steevast benoemd als een “regime”, de te gebruiken term voor “officiële vijanden”) hulpkonvooien vanuit Colombia in brand hebben gestoken, om koste wat het kost te vermijden dat hulpgoederen de Venezolaanse bevolking bereiken. Het bleek een klassiek voorbeeld van fake news. Het ging niet om een eerlijke vergissing; CNN-verslaggevers hadden staalhard gelogen over het feit dat ze met hun eigen ogen aanhangers van Maduro de feiten in kwestie hadden zien plegen. Pas toen de New York Times enkele weken na de feiten kwam aandraven met beeldmateriaal, werd bevestigd wat onafhankelijke journalisten al de dag zelf beweerden, namelijk dat de oppositie de vrachtwagens in brand stak om een punt te scoren in de propagandaoorlog.
Op de website van De Standaard en op die van De Morgen staat het fake news nog steeds als vaststaand feit.
Recenter doken beelden op van een gepantserd voertuig dat inreed op manifestanten. Voor de zogenaamde experten op Twitter was het een zoveelste illustratie van de koelbloedige wreedheid van Nicolas Maduro. Nog geen 48 uur later doken beelden op van soldaten gelinkt aan Juan Guaidó, die gewapenderhand een voertuig van exact hetzelfde type overnemen. Het zou best kunnen dat oppositiemanifestanten hier door diezelfde oppositie werden opgeofferd om een nieuw punt te scoren in de PR-oorlog.
Dit neemt niet weg dat er voldoende legitieme kritiek te formuleren valt op het beleid van Nicolás Maduro of op het Chavismo in het algemeen. Hugo Chávez heeft nooit voldoende werk gemaakt van economische diversificatie. Sociale programma’s, die onder Chavismo als paddenstoelen uit de grond schoten, werden gefinancierd met olie-inkomsten. Dit liep vlot tot op het moment dat de olieprijzen begonnen te kelderen. Chavez’ opvolger heeft dit tij sinds zijn aantreden in 2013 nooit kunnen keren.
Voorts was er nog de strijd tegen corruptie – een maatschappelijke kanker in zo goed als alle Latijns-Amerikaanse landen – die nooit echt van de grond is gekomen, ondanks de beloftes van Chávez in 1998. Wellicht speelde hier de wens om niet al te veel invloedrijke personen voor het hoofd te stoten, vooral in de petroleumbureaucratie, een aanzienlijke rol. Maduro’s beslissing in 2017 om het parlement te omzeilen en over te gaan tot de oprichting van een grondwetgevende assemblee was op z’n minst twijfelachtig en speelde uiteindelijk enkel in de kaart van de oppositie.
Hier bovenop kwamen snoeiharde Amerikaanse sancties om de economische malaise te vergroten en de regering-Maduro definitief te versmachten.
Deze en andere legitieme punten van kritiek verdienen aandacht. Het typische ‘good guys versus bad guys’ verhaal van een dictator die liefst zijn bevolking ziet verhongeren, zoals het in de overgrote meerderheid van de nieuwskanalen verschijnt, voldoet echter niet aan journalistiek standaarden en bevordert enkel de imperialistische agenda van regimeverandering.
Moed, dialoog en verzoeningIn 2002-2003 vergde het moed om zich te verzetten tegen de nakende invasie van Irak door de VS. Maar de mediagoegemeente gaf gretig weerklank aan het verhaal over onbestaande massavernietigingswapens en vond het uiteindelijk allemaal wel prima omdat “Saddam toch zo’n vreselijke dictator” was. Ondertussen vielen er meer dan een miljoen doden.
In 2011 vergde het moed om NAVO-bombardementen op Libië te veroordelen. Maar dat deed bijna niemand, “want Moammar Khaddafi was toch geen democraat”, en ondertussen wordt het land dat ooit de hoogste levensstandaard kende van heel Afrika in stukken gescheurd door gewapende milities en worden er openlijk slaven verhandeld.
In 2019 vergt het moed om zich uit te spreken tegen een illegale staatsgreep van de extreemrechtse en antidemocratische, door de VS gesteunde oppositie in Venezuela, die steevast weigert aan verkiezingen deel te nemen omdat het die toch niet kan winnen. Hierin is een rol weggelegd voor journalisten. Helaas nemen zij die rol niet op. In plaats daarvan worden bepaalde hoofdrolspelers, waarvan is aangetoond dat het onverbeterlijke leugenaars zijn, aan het woord gelaten alsof zij eerlijke intenties hebben: John Bolton bijvoorbeeld, de nationale veiligheidsadviseur van president Trump die ernaar snakt om Iran te bombarderen; of oorlogsmisdadiger Elliott Abrams (speciaal gezant voor Venezuela) die mee verantwoordelijk was voor de gruwelijke doodseskaders in Guatemala en El Salvador in de jaren tachtig en veroordeeld in de Iran-Contra-affaire; folteraar Mike Pompeo en nog van dat fraais.
De weg vooruit voor Venezuela moet er één zijn van dialoog en verzoening. Het huidige opbod leidt alleen maar tot meer geweld, zeker wanneer de kans bestaat dat één van de grootmachten militair ingrijpt. Om uit de gewelddadige spiraal te raken kan een leidende rol weggelegd zijn voor landen als Mexico en een ander land uit de Zuidkegel. Een dialoog van een groep van constructief ingestelde regeringen uit de regio kan leiden tot een compromis dat zelfs voor supermachten VS, Rusland en China aanvaardbaar is. Eén ding staat zo goed als vast: als de staatsgreep slaagt, zullen we ons jaren later – wanneer de Venezolanen een decennium van folteringen, verdwijningen en erger achter de rug hebben en Amerikaanse bedrijven weer schatrijk worden ten koste van de lokale bevolking in een Chileens scenario – afvragen waarom mensen met een groot forum vandaag niet de moed hadden om deze voorlopig nog poging tot staatsgreep te veroordelen.
Geeraard Peeters is redacteur bij het ABVV. Hij schrijft deze bijdrage in eigen naamMO*