Waarom Titel III van de Helms-Burton wet een horrorshow wordt

Na pogingen om de socialistische regering van Venezuela omver te werpen, vernieuwt de Amerikaanse regering nu de inspanningen om Cuba te verpletteren. De geschiedenis van de onverbiddelijke vijandigheid van de V.

S is gekenmerkt door terreuraanvallen, militaire invasie, bio-oorlog, betalen van interne subversie, en bijna 60 jaar van economische blokkade.

Hoewel de VS er geen natuurlijke hulpbronnen kan plunderen, beledigt Cuba de supermacht door het verdedigen van zijn socialisme en nationale onafhankelijkheid. Nu voegt Titel III van de U.

S. 1996 Helms Burton Act zich bij een arsenaal aan wapens die gebruikt worden in wat de Cubanen beschouwen als genocidale agressie.

Helms Burton is complex, maar richt zich op het verscherpen van de economische blokkade, het voorbereiden van een overgangsregering en – door middel van Titel III – het toebrengen van lijden en destabilisatie. Dat laatste vindt nu al plaats in Venezuela, met gelijkaardige en andere middelen.

Titel III geeft de voormalige eigenaars en hun erfgenamen van eigendommen die genationaliseerd werden door de revolutionaire regering van Cuba, de mogelijkheid rechtszaken aan te spannen bij VS-rechtbanken om compensatie te krijgen voor wat ze verloren hebben. Personen of bedrijven die momenteel dergelijke ‘eigendommen’ gebruiken, of er winst uit halen en die zich in derde landen bevinden, zouden door de rechtbanken verplicht worden om de ‘benadeelde partijen’ te betalen. Die bevinden zich, vnl. in de VS.

In 1966, toen de wet werd ingevoerd, drongen de Europese Unie en andere critici erop aan dat de VS regering de uitvoering van Titel III zou opschorten. Die deden dat gedurende 23 jaar, met tussenpozen van zes maanden. Telkens kondigden de VS elk half jaar een opschorting aan. Maar er brak een nieuw tijdperk aan op 16 januari 2019, toen het Ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde dat deze keer de opschorting zou eindigen na 45 dagen. Er was duidelijk iets aan de hand.

Op 4 maart gaf het Buitenlandminister aan dat binnen 30 dagen Titel III zou worden toegepast op de buitenlandse en Cubaanse “handelaars” in genationaliseerde eigendommen. Ook zou Titel III vanaf 19 maart worden uitgebreid tot 200 Cubaanse ondernemingen die gecontroleerd worden door het Cubaanse leger of staatsagentschappen, waarvan velen verbonden zijn met de Cubaanse toeristische industrie. De VS-regering had deze faciliteiten in november 2017 al verboden verklaard voor haar toeristen.

Vanaf begin april zullen internationale investeerders, hulporganisaties en zakenmensen die actief zijn of willen zijn in Cuba met grote onzekerheid worden geconfronteerd. De vroegere eigenaars van genationaliseerde eigendommen kunnen hen aanklagen voor VS-rechtbanken. Het kan velen doen besluiten zich terug te trekken, ook kunnen buitenlandse geldschieters voor misschien riskante leningen voor projecten in Cuba, terugschrikken. Titel III breidt de “extraterritoriale” effecten van de blokkade verder uit en zal wellicht ook de soevereiniteit van derde landen schenden.

Maar het VS Ministerie van Buitenlandse Zaken zal Titel III blijkbaar selectief hanteren. Cubaans analist Reinaldo Taladrid Herrero legt uit: “

De weg naar Havana loopt via Caracas. Ze gaan alle ondernemingen van geallieerde landen vrijstellen vooral Canada en de Europese landen…….. De implementatie zal gericht zijn op landen als Rusland, China en Venezuela die niet in de pas van de VS lopen.

Titel III schendt het internationaal recht, aldus Rusland en Cuba solidariteitsgroepen overal ter wereld protesteren. Ook sommige commerciële groepen in de VS verzetten zich tegen Titel III uit bezorgdheid dat toekomstige projecten in Cuba kwetsbaar worden.

De regering van Cuba stelt dat de nationalisatie legaal was en blijft, zowel volgens internationale normen als volgens rechterlijke uitspraken in de Verenigde Staten zelf. Cuba eist compensatie van de VS voor de doden en de schade als gevolg van VS-aanvallen. De onderhandelingen hierover die korte tijd met de Obama-tijd plaatsvonden, zochten de eisen van Cuba in evenwicht te brengen met de eisen van de V.

S. m.b.t. de nationalisatie.

Titel III betekent grote problemen voor Cuba. De regering is er momenteel bezig met een inspanning om de nationale economie te versterken. Buitenlandse investeerders zullen een belangrijke rol spelen in het project. Zij zouden jaarlijks 2,5 miljard dollar beschikbaar stellen voor de bouw of renovatie van Cubaanse instellingen, bedrijven en infrastructuur. Maar de goede wil van die investeerders zou wel eens kunnen verdampen als er gedreigd wordt met rechtszaken in de VS.

De beschikbaarheid voor de Cubaanse bevolking van voedsel, gezondheidszorg, scholen, bouwmaterialen, medicijnen en vervoer hangt af van leningen en exportinkomsten en op inkomsten uit joint ventures met buitenlandse entiteiten. Tot 2014 had Cuba jaarlijks 2,5 miljard dollar aan directe buitenlandse investeringen nodig. Het feit dat alleen al de invoer van voedsel momenteel een jaarlijkse uitgave van 2 miljard dollar vereist, wijst erop dat de huidige behoefte groter is.

Titel III is een voorafspiegeling van wat de VS willen eens de regering van Cuba niet meer aan de macht zou zijn en ze zelf de leiding zouden overnemen. Volgens de Cubaanse krant Granma zouden de Cubanen “gedwongen uit huis worden gezet of verplicht het huis waarin zij wonen te betalen aan de ‘eigenaar’, het zelfde met de gronden waar hun gemeenschappen zijn gebouwd, de landbouwgrond waar zij hun producten verbouwen, de school waar hun kinderen onderwijs krijgen, het ziekenhuis of de polikliniek waar zij medische hulp krijgen”.

De Cubaanse journalist Lázaro Barredo, voormalig redacteur van Granma, vat het samen: “

Helms Burton heeft geen enkel precedent in de rechtsgeschiedenis van de VS. Het is een aanval op het principe van de soevereiniteit binnen de internationale gemeenschap. Het betekent eigenlijk politiek terrorisme”. Helms Burton zou “de jurisdictie van de VS uitbreiden naar andere landen met de perverse intentie om mensen die geïnteresseerd zijn in investeringen in Cuba af te schrikken en te chanteren”. We zien de wil “om het eiland terug in bezit te nemen, te annexeren en het totaal ondergeschikt te maken aan de VS”.

Het rapport sluit met een veroordeling van de ongebreidelde wreedheid en cynisme dat geworteld is in het strategische denken van het VS-establishment. Een voorbeeld: Senator Marco Rubio, voorzitter van een hoorzitting van het Comité Buitenlandse Betrekkingen van de Senaat, hoorde op 7 maart de getuigenis van Cynthia Arnson van het door de VS gefinancierde Wilson Center. Ze “was het eens met Rubio dat ‘wijdverspreide onrust’ nuttig is, maar waarschuwde dat …. ‘hongerende mensen niet op straat komen”. Met andere woorden, een beetje verhongeren is OK, maar niet te veel.

LetCubalive

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.