De Cubaanse vakbondsbeweging is nooit ‘verboden geweest, integendeel ze heeft de klassenstrijd voor, tijdens en na de revolutie in een ononderbroken lijn gevoerd, zegt Bernard Regan, nationaal secretaris van de Cuba-Solidariteitscampagne en nationaal secretaris van de NEU, de Britse onderwijsvakbond.
In januari 2019 vierde het Cubaanse volk niet alleen de 60ste verjaardag van de Cubaanse revolutie, maar ook de 80ste verjaardag van de CTC (Central de Trabajadores de Cuba/Cuban Workers Central) – Cuba’s equivalent van de TUC (nvdr: Belgisch equivalent voor ABVV en ACV samen, in Cuba is de terminologie omgekeerd: central= Vak(ver)bond bij ons / sindicato= centrale bij ons).
De Cubaanse vakbeweging heeft een lange en trotse geschiedenis die teruggaat tot in de 19e eeuw. De eerste vakbond, de Association of Tobacco Workers in Havana, werd opgericht in 1866, toen het eiland onder de controle van het Spaanse imperialisme stond. In de 20e eeuw speelden de vakbonden een cruciale rol, niet alleen in de verdediging van de rechten van arbeiders, maar ook in de strijd tegen dictaturen en repressie.
Een van de meest beruchte acties van de Cubaanse arbeidersklasse was de algemene staking van 1933 tegen de dictatuur van Gerardo Machado, door de communistische studentenleider Juan Antonio Mella beschreven als de “tropische Mussolini”. Machado is met de steun van de Verenigde Staten in functie gebleven door te sleutelen aan de wetten om zijn termijn te kunnen verlengen.
Buschauffeurs, transportarbeiders, leraren, tabaks- en suikerplantagemedewerkers werden allemaal bij de actie betrokken. De staking werd aangevallen door het leger, maar breidde zich uit: winkel- en garagepersoneel, journalisten, havenarbeiders, spoorwegarbeiders en nog veel meer sloten zich aan bij de algemene staking van 5 augustus. De politie schoot op de demonstranten en doodde 20 arbeiders. Massale arrestaties vonden plaats in een poging de actie te breken, maar nog meer arbeiders sloten zich aan, waaronder hotel- en restaurantmedewerkers, artsen, bakkers en sigarenfabrikanten.
Na de staking en wijdverspreide protesten ontvluchtte de dictator Machado Cuba op 12 augustus 1933 en zocht uiteindelijk zijn toevlucht in de Bahama’s en vervolgens in Miami. Ondanks deze overwinning ging de repressie door onder leiding van militair leider Fulgencio Batista, die in maart 1935 de krijgswet oplegde. Er volgden meer acties, waaronder wijdverspreide stakingen in de suikerindustrie in het midden van de jaren 1950 in Havana, Camaguey, Matanzas en Oriente provincies.
Batista gebruikte de politie en het leger om de acties te breken, terwijl de arbeiders kracht haalden uit o.m. de ondersteuning van vrouwen en studenten. Dok- en tabakswerkers werden opnieuw betrokken. De spoorwegarbeiders van Guantánamo speelden een belangrijke rol in de ontwikkeling van acties die bekend staan als “movimiento obrero beligerante” (militant vakbondsactivisme): traditionele vakbondsacties maar ook sabotage. In de loop der jaren breidde de vakbeweging zich uit. In 1958, aan de vooravond van de revolutie, telde de CTC één miljoen leden, wat overeenkomt met één op de vijf werknemers. In veel sectoren, vooral in Santiago: in de havens, spoorwegen en fabrieken, waaronder de Bacardi-rumfabrieken, raakten de arbeiders goed georganiseerd. De Cubaanse arbeidersklasse en haar vakbondsorganisaties hebben een lange geschiedenis van onafhankelijke politieke actie en waren nauw betrokken bij de strijd tegen Batista, die culmineerde in de revolutie van 1959. Fidel Castro werkte samen met politieke militanten als Frank Pais ter voorbereiding van de landing van de Granma vanuit Mexico. Omstandigheden, o.m. de moord op Frank Pais door het regime, verhinderden het plan om massale stakingsacties in Santiago te laten samenvallen met de landing, maar de samenwerking werd daardoor niet verzwakt.
Er werden sterke banden gesmeed tussen de guerrillastrijders van de Sierra (bergen) en de arbeidersklasse van de Llanos (vlakten), die ook na de revolutie zouden voortbestaan. In de slag bij Santa Clara, een belangrijk moment in de revolutie, werkten arbeiders samen met Che Guevara’s colonne bij de hinderlaag tegen Batista’s reserves en wonnen zo de stad voor de revolutie.
De CTC, 20 jaar voor de revolutie opgericht, is vandaag de dag een levendige, onafhankelijke massaorganisatie van ongeveer vier miljoen leden, die 98 procent van de beroepsbevolking vertegenwoordigt. Het lidmaatschap is vrijwillig en wordt uitsluitend ondersteund door hun lidgelden van ongeveer 1 procent van het loon. Er zijn 19 sectoriele vakbonden (centrales zeggen we in België) binnen de CTC, verticaal georganiseerd rond vervoer, onderwijs, gezondheid, toerisme, … De onderwijsvakbond omvat bijvoorbeeld leerkrachten maar ook het schoolpersoneel, koks, schoonmakers, sportspecialisten, chauffeurs en iedereen werkzaam in het onderwijs. Het is de grootste vakbond in Cuba met ongeveer 500.000 leden.
Op bedrijfsniveau vertegenwoordigt de vakbond de werknemers in onderhandelingen met het management over CAO’s, arbeidsreglement, en alles van belang voor de werknemers. In elke werkplaats worden vertegenwoordigers om de tweeënhalf jaar bij geheime stemming gekozen. Op de werkplek worden bijna dagelijks bijeenkomsten gehouden tussen vakbondsvertegenwoordigers en het management om zaken te bespreken die aandacht behoeven. Maandelijks worden er grote personeelsvergaderingen gehouden waarin de plannen van het bedrijf worden besproken. Daar worden ook de collectieve arbeidsovereenkomsten goedgekeurd.
Klachten worden gehoord door een panel bestaande uit werkgever, werknemer en voorgezeten door een gekozen vakbondsvertegenwoordiger. In 2006 verwierf de CTC het recht tot rechtstreekse inspraak in het beheer van de werkplekken. De onderwijsvakbond vertelde een recente delegatie van leraren uit Groot-Brittannië dat het voor de Cubaanse regering niet mogelijk of wenselijk zou zijn om zonder hun toestemming beleidswijzigingen door te voeren. Dergelijke wijzigingen kunnen alleen worden doorgevoerd na overleg en overeenstemming.
Wat een verschil tussen die benadering en het verdeeldheid zaaiende anti-vakbondsbeleid van de huidige (nvdr: Britse én Belgische) regering hier.
Een van de uitdagingen die de Cubaanse vakbonden de afgelopen jaren zijn aangegaan, is de organisatie van werknemers in de particuliere sector van de economie. Bijna 500.000 werknemers zijn nu zelfstandigen of werkzaam in de niet-staatssector. De CTC heeft erop aangedrongen dat alle werknemers in de publieke en private sector dezelfde rechten hebben, ook in bedrijven die samen met buitenlandse bedrijven worden gerund.
De vakbonden worden niet alleen geraadpleegd over en op de werkplek. Hun vertegenwoordigers zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in de gemeente- en provincieraden en in het parlement. Alle leden werden (nvdr: in november ’18) ook uitgenodigd om deel te nemen aan de raadplegingen over de nieuwe grondwet. Het nieuwe ontwerp van de grondwet is besproken in ongeveer 130.000 vergaderingen op het hele eiland in werkplaatsen, scholen, gemeenschapscentra en zelfs door Cubanen in het buitenland.
Door de propaganda tegen Cuba wordt de eenheid van de CTC afgeschilderd als een “nationaal monopolie”. Nochtans staat nergens in de grondwet of in de Arbeidswet dat de CTC een monopolie heeft of dat werknemers verplicht zijn lid te worden. Cuba heeft 89 overeenkomsten van de Internationale Arbeidsorganisatie geratificeerd, de VS slechts14. Waar is er dus meer vakbondsvrijheid? De waarheid is dat de grootste last voor de Cubaanse werknemers die van de economische blokkade door de VS is.
In Groot-Brittannië zijn 23 nationale vakbonden aangesloten bij de Cuba-Solidariteitscampagne en de meeste daarvan hebben directe relaties met de Cubaanse zusterbonden. In de afgelopen jaren zijn er delegaties over en weer op bezoek gegaan, o.m. van Unite, Unison, de NEU, RMT, GMB, Aslef, TSSA, CWU, FBU en de TUC zelf. Dit jaar zal met name de 80ste verjaardag van de CTC in heel Groot-Brittannië in de schijnwerpers worden gezet als onderdeel van de activiteiten t.g.v. de 60ste verjaardag van de Cubaanse Revolutie. In maart zullen twee jonge Cubaanse vakbondsmensen op tournee gaan door Groot-Brittannië. Gehoopt wordt dat de CTC in september wordt uitgenodigd op het TUC-congres en in november vindt een grote vakbondsconferentie voor Cuba-solidariteitsconferentie plaats met maximaal 20 Cubaanse vakbondsmensen die hier door hun zusterbonden zijn uitgenodigd. 2019 is een bijzonder jaar voor Cubaanse vakbondsleden. Maar het is ook een belangrijk jaar voor ons om onze banden en solidariteit op dit moment verder te ontwikkelen.
Morning StarNVDR: CTC is ook te gast op ChePresente@ManiFiesta 2019 op 21 en 22 september. Hou onze website in de gaten! Meer weten over de Cubaanse vakbond? Bestel hier onze brochure Cuba met syndicale groeten