Enkele maanden geleden arriveerde Candelario de Jesús Chiquillo Cruz aan de zuidelijke grens van Mexico en botste er op een gesloten hek versterkt met prikkeldraad en politieagenten die traangas gebruikten. Vandaag wandelt hij vrij over de brug over de Suchiate, de rivier die de grens vormt tussen Guatemala en Mexico.
Chiquillo (50), die uit El Salvador komt, is zichtbaar blij met het Mexicaanse onthaal bij zijn nieuwe poging om het land binnen te komen. Hij toont het document dat het Mexicaanse Nationaal Instituut voor Migratie (INM) in de grensstad Tapachula hem heeft uitgereikt. Binnen enkele dagen kan hij dat document inwisselen voor een “bezoekerskaart om humanitaire redenen”, waarmee hij een jaar in Mexico kan wonen en werken. “Ik feliciteer Mexico met haar nieuwe houding, zodat we legaal het land in kunnen zonder te worden vervolgd om migratieredenen. Het enige wat we willen, is de kans op een baan.”Bocht van 180 gradenHet Mexicaanse immigratiebeleid heeft een bocht van 180 graden gemaakt sinds de linkse regering van president Andrés Manuel López Obrador op 1 december van start ging. Op 17 januari opende de regering de grens voor duizenden migranten die in karavaan vanuit het Hondurese San Pedro Sula kwamen, op de vlucht voor geweld, armoede en repressie. Ze kondigde aan dat de Centraal-Amerikaanse migranten humanitaire visa zouden krijgen. Ze bereidt ook een arbeidsplan voor dat de Centraal-Amerikaanse migranten opneemt in ontwikkelingsprojecten in het zuidoosten van het land.
De aanpak staat haaks op het Mexicaanse beleid van de afgelopen jaren. Dat concentreerde zich op grensbeveiliging, de zuidelijke grens werd gemilitariseerd om de doorgang van migranten te voorkomen. Met het Plan Zuidelijke Grens, van López Obradors voorganger Enrique Peña Nieto, werden duizenden mensen gedeporteerd. Tientallen migranten werden vermoord toen ze hun toevlucht namen tot onveilige routes om politiecontroles te vermijden.
Het aantreden van de nieuwe regering viel samen met een migratiecrisis zonder voorgaande, die in oktober was begonnen. Sindsdien sluiten meer dan 15.000 Centraal-Amerikanen zich aan bij een van de karavanen die bijna 3900 kilometer door Mexico trokken om de Verenigde Staten te bereiken.
Nieuw paradigmaDe zesde karavaan, de derde die in Honduras is ontstaan, profiteert nu van het nieuwe beleid dat, in de woorden van INM-commissaris Tonatiuh Guillén López, “een nieuw paradigma in de behandeling van de migranten wil genereren”. Het plan bevat twee componenten, legt Guillén uit: mobiliteit, via de humanitaire visa, en ontwikkeling van de regio, via werkvergunningen voor mensen uit Honduras en El Salvador; voordien kregen enkel migranten uit Belize en Guatemala een werkvergunning. De aflevering van de kaarten wordt in de beginfase begeleid door vertegenwoordigers van de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR) en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).“De IOM werkt nauw samen met overheidsinstellingen, met name het INM, om de omstandigheden van migranten die het land binnenkomen te verbeteren”, de Mexicaanse IOM-vertegenwoordiger Christopher Gascón. Maar de situatie is niet eenvoudig. Volgens gegevens van de Mexicaanse Commissie voor de Opvang van Vluchtelingen (Comar), een overheidsdienst, is het aantal asielaanvragen van Centraal-Amerikanen in Mexico de afgelopen gestegen van 3428 in 2015 naar 26.566 in 2018.
Duizenden migrantenDeze maand, in de eerste vijf dagen sinds de start van het nieuwe beleid, hebben opnieuw 7805 migranten, 6431 volwassenen en 1374 kinderen en jongeren, een aanvraag ingediend voor Mexicaanse bescherming. Duizenden migranten doen een aanvraag voor een kaart, die in principe een jaar geldig is maar nog drie jaar kan worden verlengd en zelfs een permanente verblijfsvergunning kan worden. De overgrote meerderheid (iets meer dan zesduizend mensen) komt uit Honduras, maar er zijn ook aanvragen uit El Salvador, Guatemala, Nicaragua en een paar uit Haïti, Brazilië en Cuba. Marrakech of Marshall-plan ?
In december, bij de invoering van het nieuwe Mexicaanse migratieplan, zei minister van Binnenlandse Zaken Olga Sánchez Cordero, dat Mexico het eerste land is dat zijn immigratiebeleid aanpast aan het internationale Migratiepact, dat in december in Marrakech werd goedgekeurd. Toch zendt het land dubbelzinnige signalen uit, zeggen sommige critici. Het nieuwe beleid betekent de facto dat Mexico een “veilig derde land” wordt en zo de migratie naar de Verenigde Staten indamt, een herhaalde eis van de Amerikaanse president Donald Trump. Het tweede onderdeel van het programma, het arbeidsluik, is bovendien gekoppeld aan een Amerikaans investeringsproject dat de economische ontwikkeling van zuidelijk Mexico en de landen van de Noordelijke Driehoek wil bevorderen. Minister van Buitenlandse Zaken Marcelo Ebrard kondigde op 19 december aan dat de Amerikaanse regering de komende vijf jaar 5,8 miljard dollar investeert in de economische ontwikkeling van Centraal-Amerika en nog eens 4,8 miljard dollar in het zuidoosten van Mexico. De Mexicaanse regering stelt deze investering voor als een vernieuwde versie van het Marshall-plan (om Europa te herbouwen in de naoorlogse periode). Maar sceptici zien er veeleer een heruitgave in van een mislukt programma, het Plan-Puebla-Panama, van de rechtse regering van Vicente Fox (2000-2006). Dat omvatte een controversiële vrijhandelszone met de bouw van toeristische steden in voornamelijk inheemse gebieden, waarbij de lokale bevolking niet werd geraadpleegd.
Het meest wordt getwijfeld aan de mate van betrokkenheid van de Centraal-Amerikaanse landen bij de voorgestelde ontwikkeling om de migratie in te dammen. Er is ook veel wantrouwen over wat de Mexicaanse overheid zal doen met de gegevens die ze verzamelt van de migranten die een humanitaire kaart aanvragen. De migranten moeten een identiteitsbewijs leveren, een foto, hun volledige namen, leeftijd, woonplaats, vingerafdrukken en een irisscan.
Sommige migratiespecialisten en migrantenrechtenactivisten zien daarin de voortzetting van het Mérida-initiatief, een steunplan van verschillende VS-agentschappen om samen te werken met Mexico in de strijd tegen de georganiseerde misdaad en het geweld. Voor dit Mérida-initiatief maakte het Amerikaanse Congres 1,6 miljard dollar vrij.
Humanitaire visaVoorlopig kiest de regering van López Obrador voor een strategie van “overtuigen en geduld hebben” met de Centraal-Amerikaanse migranten. Zo wil ze hen overtuigen om te profiteren van het programma voor humanitaire visa. Voor wie ervoor koos om zijn reis naar het noorden voort te zetten via een karavaan – zo’n tweeduizend migranten zijn niet ingegaan op het Mexicaanse voorstel –, voorziet de regering in speciaal toezicht om ongevallen te voorkomen en humanitaire hulp te bieden. Tot nog toe is er geen migrant opgepakt of gedeporteerd.