De CIA- terrorist Luis Clemente Faustino Posada Carriles stierf vandaag op de leeftijd van 90 zonder te betalen voor zijn misdaden.
De 90-jarige terrorist Carriles verliet zijn geboorteland Cuba met als enige doel een einde te maken aan de revolutie op het eiland. Hij wijdde zijn leven aan het plegen van terreurdaden tegen onschuldige mensen, zoals het vliegtuig dat hij in 1976 neerhaalde. Carriles stierf in de vroege uurtjes van woensdagochtend zonder te hebben betaald voor deze misdaad of voor de vele andere terroristische daden die op zijn strafblad staan, zoals aanvallen tegen de leider van de Cubaanse revolutie, Fidel Castro.
Carriles was verbonden aan de Cuban American National Foundation (CANF), een extreemrechtse organisatie die in 1981 werd opgericht en gevestigd is in Florida (Verenigde Staten). Sinds 1961 werkte hij als CIA-agent. In 1967 werd hij door het Amerikaanse bureau uitgezonden als “veiligheidsadviseur” bij de geheime diensten van de militaire dictaturen in Argentinië, Chili, El Salvador, Guatemala en Venezuela. Opgeleid door het Amerikaanse leger aan de beruchte School of the Americas (faciliteiten in Fort Benning, Georgië) waar hij in de jaren zestig zich ‘bekwaamde’ in explosieven, terrorisme en moord en militaire acties tegen de burgerbevolking van Cuba.
Hij was de brein achter de terroristische aanslag op lijnvlucht 455 van Cubana de Aviación op 6 oktober 1976. In 1997 organiseerde hij een reeks bomaanslagen op hotels in Havana. Hij was lid van het VS-leger en politieagent in Venezuela. Onder de pseudoniemen Ramón Medina, Ignacio Medina, Juan José Rivas, Julio César Dumas, Bambi en Franco Rodríguez Mena zou hij als “agent” van de CIA een groot deel van het continent doorkruisen zonder zijn anti-Cubaanse plannen op te geven.
Zijn CV:Luis Posada Carriles werd in 1928 geboren in Cienfuegos, Cuba. Hij werd later Venezolaan en opgeleid om deel uit te maken van het Amerikaanse leger.
Uit door de VS-regering gedeclasseerde documenten blijkt dat Posada Carriles tussen 1960 en 1974 als agent voor de Centrale Inlichtingendienst (CIA) werkzaam was, In die periode werd hij veiligheidsadviseur naar de geheime diensten van Venezuela, Guatemala, El Salvador, Chili en Argentinië gezonden.
In Venezuela sloot hij zich aan bij het voormalige directoraat Inlichtingen- en preventiediensten (DISIP) en gaf hij leiding aan verscheidene folteraars.
Het werd gefinancierd door de Cuban American National Foundation (CANF), bestaande uit aanhangers van de Cubaanse dictator Fulgencio Batista in de Verenigde Staten.
In 1961 sloot hij zich aan bij de voorbereidingen voor een huurlingeninvasie van de Varkensbaai en maakte deel uit van Operatie 40, die de landing moest ondersteunen.
In 1971 voerde hij een mislukte aanval uit op de leider van de Cubaanse revolutie, Fidel Castro, die een officieel bezoek bracht aan zijn Chileense tegenhanger, Salvador Allende.
In 1976 was hij betrokken bij de moord op Orlando Letelier, Chileense minister van Buitenlandse Zaken tijdens de regering van Allende.
Ook in 1976 organiseerde en voerde hij vanuit Venezuela de aanval uit op een vliegtuig Cubana de Aviación, waarbij 73 passagiers stierven, onder wie veel jonge sporters.
Hiervoor werd hij in Venezuela opgesloten, maar hij ontsnapte op 18 augustus 1985. Van daaruit reisde hij door Honduras, Guatemala en El Salvador, waar hij zijn ervaring in terreur verder uitbreidde door de contrarevolutionaire activiteiten in Nicaragua te ondersteunen.
Posada Carriles organiseerde in 1997 bomaanslagen op verschillende hotels in Havana, acties die hij een jaar later zelf publiekelijk erkende in een interview met The New York Times.
In 2000 probeerde hij het leven van Fidel Castro opnieuw te beëindigen, ditmaal tijdens de Iberisch-Amerikaanse Top in Panama. De actie werd gedwarsboomd en Posada Carriles werd samen met drie andere criminelen gearresteerd: Gaspar Eugenio Jiménez, Pedro Remón en Guillermo Novo. In 2004 kreeg hij echter gratie van vertrekkende president Mireya Moscoso van Panama.
In 2005 is hij illegaal terug de Verenigde Staten binnengekomen. Hij werd gevangen gezet, maar twee jaar later werd hij op borgtocht vrij gelaten. In 2011 seponeerde Kathleen Cardone het immigratiedelict wegens zijn leeftijd en invaliditeit. Sindsdien woont hij in dat land, met name in Miami, onder bescherming van de regering van de Verenigde Staten. (nvdr: het land dat de zgn. ‘War on terror’ lanceerde ….)Cubadebate