Met 55 stemmen tegen 22 heeft de Braziliaanse Senaat op 12 mei president Dilma Rousseff geschorst. Zij wordt vervangen door vice-president Michel Temer. Die wil nu als president een gerechtelijk onderzoek tegen hemzelf blokkeren. Er is nog meer aan de hand.
In 2002, 2006, 2010 en 2014 won de socialistiche Arbeiderspartij (PT) van Brazilië afgetekend de presidentsverkiezingen met Lula de Silva en Dilma Rousseff. De Braziliaanse oligarchie heeft telkens met de steun van haar eigen media hemel en aarde verzet om de PT te verslaan maar slaagt daar al 14 jaar niet in. De PT heeft immers de arme bevolking naar de stembus gebracht, die tot voor 2002 door de economische machthebbers werd onderdrukt en van de stembus weggehouden.
De PT heeft de voorbije jaren veel aan succes ingeboet. De economische recessie slaat hard toe bij de middenklasse, vooral dat deel dat dankzij de sociale programma’s van de PT sinds 2002 uit de armoede is geraakt. Zij vrezen nu het hervallen in de bittere armoede van 14 jaar terug.
Heel wat hoge partijleden en parlementsleden van de PT blijken betrokken te zijn bij corruptieschandalen. Zij toonden zich daarbij de gelijken van de partijen van de oppositie, voor dewelke tot voor 2002 – toen zij nog de meerderheid hadden en de regering controleerden – corruptie de evidentie zelf was. Dat heeft het imago van de PT zwaar beschadigd.
Uit het gerechtelijk onderzoek van het corruptieschandaal in de Braziliaanse overheidsmaatschappij voor petroleum Petrobras blijkt dat zowel leden van de PT als van alle oppositiepartijen langs de kassa passeerden. Voormalig president Lula da Silva en huidig president Dilma Rousseff waren daar niet bij.
Er lopen naast Operatie Carwash in Petrobras ook talloze gerechtelijke onderzoeken naar corruptie, onder meer tegen de voorzitter van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de vice-president.
Toen Dilma Rousseff en de PT ondanks de negtieve peilingen en de verslechterde economische situatie in 2014 toch herverkozen raakte, sloegen bij de Braziliaanse oligarchie blijkbaar alle stoppen door. Door middel van de media die ze bezitten en controleren – het overgrote deel van de media in Brazilië is in privé-handen – werden onlusten, betogingen, rellen aangestookt met één agenda: het afzetten van de verkozen president.
De feiten zijn bekend. In 2014 kort voor de verkiezingen heeft Dilma Rousseff een aantal financiële kunstgrepen toegepast om de begroting op te smukken. Dat liet haar toe een aantal sociale besparingen uit te stellen tot na de verkiezingen. Dat is niet correct, maar niet eens uitzonderlijk in Brazilië. De niet-PT-presidenten voor 2002 Fernando Henrique Cardoso, Itamar Franco en Fernando Collor de Mello deden het ook. Zelfs Belgische en andere EU-regeringen hebben al met begrotingscijfers geschoven om electorale redenen.
Dat is een politieke beleidskeuze waarvoor je de betrokkene politiek verantwoordelijk kan stellen, bijvoorbeeld door hem bij verkiezingen af te straffen. Dit is echter geen crimineel misdrijf. Rousseff wordt ook niet genoemd in een van de talloze corruptieschandalen. De Braziliaanse oligarchie zag echter de kans schoon om een andere methode dan verkiezingen toe te passen om terug de macht te veroveren. De coalitiepartners van PT in de Braziliaanse meerderheidsregering onder Rousseff hebben hun steun aan de president opgezegd. Zij sloten zich nu aan bij de eis van de oppositie om haar af te zetten.
Daarmee slaat de oppositie twee vliegen in één klap. Eerst en vooral zal het parlement de lopende corruptieschandalen tegen de eigen rangen laten stopzetten, zodat parlementsvoorzitter Cunha en vice-president Temer (samen met tientallen andere politici) van vervolging kan worden gevrijwaard. Bovendien kan de oppositie nieuwe verkiezingen voorbereiden terwijl de PT met Lula da Silva en Dilma Rousseff niet in de regering zit. Op die manier hopen zij alsnog terug de macht te grijpen, na veertien jaar bestuur door de PT.
Volgens waarnemers zal het afhangen van de weerbaarheid van de civiele organisaties of dat plan zal lukken of niet. Onderzoeksjournalist Glenn Greenwald woont al 11 jaar in Brazilië. Volgens hem is er geen twijfel mogelijk: dit is een politieke staatsgreep. “Brazilië is nog steeds een zwakke democratie. De militaire dictatuur is nog maar eenendertig jaar geleden omver geworpen. Daarna was de economische elite van het land onafgebroken aan de macht tot 2002.““Zetelend president Michel Temer is betrokken bij meerdere corruptieschandalen. Er loopt een zaak tegen hem voor electorale fraude die hem bij veroordeling acht jaar lang een verbod oplegt om een openbare functie uit te oefenen. In de peilingen haalt hij slecht 2 procent van de stemmen. 60 procent van de Braziliaanse bevolking wil dat hij afgezet wordt.” Neoliberale recuperatie“Temer gaat experts van Goldman Sachs en het IMF aantrekken om de economie te ‘hervormen’, lees alle sociale programma’s schrappen, fiscale vrijstellingen geven aan de grote bedrijven en de rijken. Niets hiervan is een verdediging van de PT (van Lula en Rousseff). Die partij heeft zich meer dan eens op een lijn gezet met de elite ten koste van haar basis bij de armsten. Het land lijdt.”
“De oplossing voor deze crisis is de PT te verslaan bij verkiezingen, niet hen verwijderen van de macht ten bate van personen die de rijken nog meer ten dienste staan. Wat hier gebeurt is de ontmanteling van de democratie in het vijfde grootste land ter wereld.”
“Het grootste bedrog van heel deze parade is dat de Braziliaanse media dit allemaal goedpraten in de naam van ‘corruptie’ en ‘democratie’. Als zij echt bezorgd waren over de democratie, waarom zetten ze dan niet Temer af en houden ze nieuwe verkiezingen. De reden waarom ze dat niet doen is simpel: verkiezingen zouden bijna zeker leiden tot een overwinning van Lula of een andere kandidaat die ze niet willen. Wat zij meest van al vrezen is dat de Braziliaanse bevolking zelf zou beslissen wie hen gaat regeren. Dat is de definitie van de vernietiging van de democratie.” Bron: dewereldmorgen