Dit is niet het paradijs, maar het is Cuba

Miami – De zomer van 2009 was in Cuba verschrikkelijk heet, volgens de meerderheid van de Cubanen de heetste ooit. Zij wijten dit aan de wereldwijde milieucrisis, hoewel de nationale pers de laatste weken liet weten dat deze ondraaglijke temperaturen op het eiland tijdens de maand juli ooit geëvenaard werden door die van juli 1941. Zo zie je maar…

Niettemin, gezien het feit dat de overgrote meerderheid van de Cubaanse bevolking in 1941 nog niet geboren was, en diegenen die achtenzestig jaar of ouder zijn zich de warmte van die lang geleden zomer niet meer kunnen herinneren, hebben de Cubanen gelijk wanneer ze zeggen dat de zomer van 2009 de heetste ooit was.

Onlangs verbleef ik verscheidene weken op het eiland, vooral in Havana. Via internet bleef ik op de hoogte – hoofdzakelijk uit professionele verplichting, hoewel ik niet gespeend ben van enig masochisme – van de waanzinnige visie van de pers in Miami op de Cubaanse realiteit. Het is niet meer of minder dan een waanvoorstelling, volledig in overeenstemming met de definitie in het woordenboek: ‘fantasiebeeld dat men voor werkelijkheid houdt’.

Een valse voorstelling van zaken met natuurlijk als uiteindelijk doel het Cubaanse volk en zijn regering in opspraak te brengen en de onbetwistbare inspanningen van de regering om ondanks alles en met de steun van de overgrote meerderheid van de bevolking een betere maatschappij op te bouwen, te diskrediteren. Die maatschappij is trouwens heel wat anders dan wat hier tot de mogelijkheden behoort.

Er waren deze zomer geen opmerkelijke gebeurtenissen in Havana. In heel het land was de meerderheid van de bevolking vanaf half juli met vakantie. Zo gaat dat in Cuba: de meesten hadden vakantie vanaf midden juli; diegenen die moesten blijven werken, tegen hun zin, moesten (min of meer) werken; en de jongeren – en dat zijn er een hele boel – hingen rond in de straten en de parken. En ik herhaal het: we hebben allemaal gezweet.

Wie instond voor het huishouden, ging naar de markt, de kruidenier en de bakker om boodschappen te doen. Op de landbouw- en veemarkt, zowel die van de staat als de andere, was er een overvloed aan rijst, maïs, bonen, ajuinen, look, vlees, gewassen en ook de seizoensgebonden groenten en fruit. De prijzen waren vastgelegd door de staat. Ah, de ‘plátanos vianda’ [1], die door de verschrikkelijke orkanen van een jaar geleden niet meer te krijgen waren, oogden deze zomer heel erg mooi en ook de mango’s waren groot en heerlijk zoet.

Het brood, de koekjes, de lollies en de zoetigheden waren lekkerder dan anders en overal te krijgen, dankzij de nieuwe machines. Er was varkens- en schaapsvlees, zoals gewoonlijk tegen superhoge prijzen.

Eieren waren te krijgen met het rantsoenboekje. Maar ze werden ook vrij verkocht in staatswinkels en op sommige markten waar je met CUC kon betalen. Met het rantsoenboekje kon je ook wat kip kopen. Die was uiteraard ook te krijgen in CUC op de markten, of op de zwarte markt. Let wel ‘langs links’ noemen ze dat laatste daar, zelfs dat is daar blijkbaar ‘links’, niet rechts….

Sommige producten die anders met CUC te verkrijgen waren onvindbaar, maar het ging niet om levensnoodzakelijke producten. Hoewel, op de meeste markten was geen toiletpapier of tandpasta te vinden. En ook rundsvlees, gewoonlijk onbetaalbaar, was deze zomer op die markten niet te vinden. Wellicht heeft niemand het gemerkt, aangezien het een luxeproduct is, ver buiten het bereik van de meerderheid van de bevolking.

Hoewel het verbruik van brandstof aan banden werd gelegd, reden de bussen naar ieders tevredenheid, ook al was het zomer en maakten dus meer mensen gebruik van het openbaar vervoer. Ook het vervoer naar de stranden was goed. En niet alleen de stranden waren overvol, ook elk stukje kust van de hoofdstad, met inbegrip van de Malecón, was erg in trek, want de temperatuur van het zeewater was zeer aangenaam.

En eenmaal terug in Miami, zou ik mijn artikel afwerken. Maar dat kon ik toch niet doen zonder ook een woordje te zeggen over ‘het concert’ (van de Colombiaanse zanger Juanes op 20 september in Havana, nvdr). Wat ik lees in Miami is belachelijk, ronduit gevaarlijk en een echte schande. Aan de oorsprong liggen de contrarevolutionaire rechtse kliek in Miami en haar pers, die andermaal blijk geven van achterlijkheid, agressiviteit en onbeschaamdheid en hun politieke onmacht en bankroet ten toon spreiden.

Juanes is de zoveelste artiest die met zijn concert in Havana niet alleen blijk geeft van welwillendheid ten opzichte van het Cubaanse volk maar ook van persoonlijke en professionele moed. En het Cubaanse volk is een dankbaar volk, dat deze geste tenvolle apprecieert en naar waarde schat. Maar het laatste woord van het publiek over dit concert, in Havana en op heel het eiland, zal ongetwijfeld eerder gaan over hoe mooi hij zong en hoe virtuoos de muzikanten speelden. En dat is een echte uitdaging, aangezien we in Cuba al eeuwenlang gewoon zijn aan goede muziek.

Bron: www.cubadebate.cuVertaling: Marina Mommerency[1] Plátano vianda: typische Zuid-Amerikaanse banaan die gebakken wordt en bij de maaltijd geserveerd wordt.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.