interview met Peter STICKLAND, CEO van MEO (Melbourne Oil) Australië, op 29 JULI 2016Een paar weken geleden ontmoette ik Peter STICKLAND, Bestuursdirecteur en Gedelegeerd Bestuurder van MEO Australië om van gedachten te wisselen over olie in Cuba en meer bepaald MEO’s olie-uitbatingsproject in Block 9.
Een viertal jaar geleden was MEO op zoek naar nieuwe exploitatiemogelijkheden van grote oliebronnen in niet volledig ontgonnen plaatsen “aan land” (onshore) met potentieel voor hoge opbrengsten. Cuba voldeed aan de verwachtingen. Errol Johnsone, hoofdgeoloog bij MEO en voorheen tewerkgesteld bij ExxonMobil, stelde dat er slechts een zeer beperkt aantal dergelijke plaatsen elders in de wereld bestaan die hetzelfde potentieel aan conventionele olie als Cuba bieden. *Eén van de meest interessante conclusies van ons gesprek was dat Cuba ooit zelfvoorzienend en zelfs een uitvoerder van olie zou kunnen worden.
MEO Australia in Cuba:In 2012 begonnen de MEO-leiders Cuba te verkennen. Reeds een jaar later werkte MEO aan het voorselectieproces met Petro Australis, een private maatschappij met ervaring op Cuba. Na afsluiting van het voorselectieproces, begonnen de onderhandelingen met CUPET, de Cubaanse nationale oliemaatschappij.
Deze onderhandelingen werden afgesloten met de ondertekening in september 2015 van een Productie-overeenkomst (PSC) voor wat bekendstaat als Block 9. MEO kan de productie aanvatten indien een rendabele vondst wordt gedaan.
De eerste schattingen door MEO van Block 9 wezen uit dat één van de 3 geïdentificeerde petroleumvelden van Block 9 een totaal potentieel van 8.183 miljard olievaten “Oil in Place”* bevat, met winbare volumes van 395 miljoen vaten. “Het ziet er goed uit, beter dan we hadden verwacht. Het ontdekken van bijna 400 miljoen van potentieel lichte olie van hoge kwaliteit in een veld aan land is uitzonderlijk.”Een onafhankelijke Amerikaanse schatting van de volledige Cubaanse olieprovincie toont een potentieel van 4.600 miljard vaten. Vandaag produceert Cuba ongeveer 80.000 olievaten per dag, slechts de helft van de eigen behoefte. Hoewel de Cubaanse olie vooral zware fuel betreft met een hoog zwavelgehalte, meent MEO dat zij lichtere olie van hogere kwaliteit zullen vinden dan er momenteel geproduceerd wordt.
Zullen deze bevindingen de Cubaanse energiesector in belangrijke mate beïnvloeden?“Als deze vermoedens worden bevestigd door de boringsresultaten, dan is het potentieel mogelijk dat Cuba op termijn zelf bedruipend wordt, maar dat zal uiteraard niet van de ene op de andere dag gebeuren. Dit zal een termijn van een vijf- of tiental jaar vergen, maar het potentieel bestaat, zelfs gebaseerd op onze voorlopige onderzoeken. Maar ik denk dat het volledige plaatje nog een veel beter resultaat van het block zal geven. 80.000 vaten per dag is natuurlijk veel olie, maar als we een paar honderd miljoen vaten kunnen vinden of de 400 miljoen die we vermoeden, dan is 80.000 vaten per dag heel reëel.
Kunnen we er dan van uitgaan dat Cuba ooit zelf bedruipend zal worden?
Het is logisch dat Cuba op energievlak zelfvoorzienend wil worden. Cuba is verbonden met het petroleumsysteem van de Golf Van Mexico, dat grote bronnen bevat. Cuba maakt deel uit van deze boog van de Golf van Mexico, doch deze is de laatste 50 jaar niet voldoende ontgonnen. Nu hebben we de gelegenheid om dit met een frisse blik te bekijken en het is voor ons in ieder geval zeer opwindend.
Ik ga er van uit dat Cuba zelfs de capaciteit bezit om meer dan zelf bedruipend te zijn, en zelfs een uitvoerder van olie kan worden. Dat zou fantastisch zijn.
Hoe was jullie ervaring met de investeringen in Cuba?
Er waren beperkingen door het Amerikaanse embargo. MEO mag geen technologie uit de Verenigde Staten in Cuba importeren. Om dit probleem te omzeilen hebben Chinese en Europese bedrijven hun kennis ter beschikking gesteld.
Wat de investeringservaring met Cuba zelf betreft, stelde Peter dat in het algemeen de Cubanen “zeer redelijke onderhandelaars waren en zeer professioneel met betrekking tot de discussies over het Blok.” *: *Deze tekst hanteert nogal wat technisch jargon en vereist enige toelichting. De totaal geschatte olie in een reservoir (olieveld) noemt men “oil in place”. Maar enkel de olie die werkelijk ontgonnen kan worden, de winbare olie, beschouwt men als reserves. Naargelang de kans op ontginning, maakt men het onderscheid tussen bewezen (proven) mrt 90 % kans op ontginning en onbewezen (unproven) reserves, waarbij de laatste nog eens worden onderverdeeld in waarschijnlijke (probable), met 50 % kans op ontginning en mogelijke (possible) reserves, met 10 % kans. Daarnaast wordt ook onderscheid gemaakt tussen conventionele (via gewone boringen) en onconventionele olie, die speciale extractietechnieken vereist. Zie Wikipedia: Oil Reserves.
Cubabusinessreportvert.: Rita Van Den Bossche