Dat was de conclusie van de Hondurese president Manuel Zelaya nadat de Organisatie van Amerikaanse Staten op 3 juni 2009 alle barrières verwijderde om het in 1962 uitgesloten Cuba terug te kunnen opnemen in de organisatie. Hij parafraseerde daarbij de beroemde slotwoorden van Fidels zelfverdediging, toen hij door de dictatuur van Batista veroordeeld zou worden: “De geschiedenis zal me vrijspreken”.
Het thema beheerste de 39e algemene vergadering van de OAS die doorging in Honduras, ondanks het feit dat het niet eens op de agenda stond. Cuba is het enige Latijns-Amerikaanse land dat geen lid is van de OAS nadat het er 47 jaar geleden uitgezet werd, op aanstoken van de VS. Die troffen de maatregel na de nederlaag in de Varkensbaai om zich van het isolement van Cuba in de regio te verzekeren. De microbe van de Cubaanse revolutie mocht absoluut niet overslaan!
In feite was de OAS tot op heden zoiets als het ‘ministerie van Latijns-Amerikaanse kolonies’ van de VS. De supermacht, die ook de belangrijkste financier van de organisatie is, gebruikte ze in de eerste plaats om Latijns-Amerika – in de geest van de Monroe-doctrine – in haar pas te laten lopen. De OAS legitimeerde elk ingrijpen van de VS in hun ‘achtertuin’ ongeacht of het om een destabilisatie van democratische regeringen ging, of om politieke moorden, invasies of staatsgrepen. Zo dekte de OAS zedig het Plan Condor toe dat in heel Latijns-Amerika dictaturen en repressieve regimes installeerde en verantwoordelijk was voor de foltering, moord of verdwijning van meer dan 400.000 jongeren, syndicalisten en progressieven in de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw.
Eigenlijk werd de toon reeds gezet in april van dit jaar op de Vijfde top van staatshoofden van de OAS in Trinidad en Tobago. Daar reeds beheerste het thema Cuba de agenda. Vandaag hebben de 34 leden van de OAS de resolutie van 1962 unaniem ongedaan gemaakt. Cuba kan terug lid worden – als het dat zou willen – zonder enige voorwaarde. Hilary Clinton, buitenlandminister van de VS, moest zich bij de beslissing neerleggen, zij het niet zonder tegensputteren en actieve diplomatie. De VS hadden maar al te graag als voorwaarde voor de re-integratie van Cuba de klassieker ‘respecteren van de mensenrechten en de democratie’ gesteld. Dat werd echter resoluut van tafel geveegd. Toen Honduras de aangenomen resolutie voorlas kreeg Cuba een spontane staande ovatie. “Eindelijk is deze vlek van het blazoen van de OAS verwijderd” concludeerde Daniel Ortega, president van Nicaragua. “De volgende stap is het opheffen van de economische blokkade van de VS tegen Cuba.” In dat standpunt wordt hij bijgetreden door de grote meerderheid van de landen, incluis de voorzitter van de OAS, de Chileen José Miguel Insulza.
De beslissing van de OAS is het zoveelste signaal dat Latijns-Amerika aan het veranderen is. De tijd dat de VS er alle touwtjes in handen had is voorbij. Niet dat dat betekent dat de VS bereid zou zijn om zomaar van haar overmacht afstand te doen. Het is niet voor niets dat ze hun machtige Vierde Vloot ontplooien voor de kusten van Latijns-Amerika. Obama geeft verder ook geen enkel signaal dat daarop wijst.
Cuba is overigens niet van plan om tot de OAS toe te treden. Die organisatie wordt niet alleen door Cuba gezien als een reliek uit vroegere tijden die absoluut niet meer beantwoordt aan de huidige Latijns Amerikaanse realiteit. Het standpunt van de ALBA-landen (Venezuela, Cuba, Nicaragua, Bolivia, Honduras en Dominica) en van Ecuador is dat Latijns-Amerika dringend nieuwe vormen van integratie nodig heeft. Deze nieuwe integratie moet gebaseerd zijn op evenwaardigheid en solidariteit, naar het model van de ALBA, het Bolivariaans Alternatief voor Latijns Amerika, en de UNASUR, de Unie van Zuid-Amerikaanse Landen.