Samen met Fidel Castro en Che Guevara behoort Camilo Cienfuegos tot de emblematische figuren van de Cubaanse revolutie. Camilo kon echter niet lang van de overwinning genieten, want op 28 oktober 1959 werd hij voor het laatst levend gezien, toen hij het vliegtuig naar Havana nam.
Ondanks intensief zoeken werd zijn vliegtuig en de inzittenden nooit teruggevonden. Maar Camilo leeft voort in de harten en geesten van de Cubanen, die elk jaar zijn “fysiek verdwijnen” herdenken met persartikels, televisieprogramma’s en bloemenhuldes in diverse steden.
Camilo Cienfuegos is geboren op 6 februari 1932 in Lawton, een stadswijk van Havana. Zijn ouders zijn afkomstig uit Asturias en Cantabria, Spanje. Zijn vader, Ramón Cienfuegos, is kleermaker en aanhanger van het anarchisme.
Camilo loopt school en schrijft zich in 1949 op zeventienjarige leeftijd in aan de Nationale Academie voor Schone Kunsten San Alejandro. Wegens geldgebrek moet hij echter afhaken, en leert hij het kleermakersberoep. Hij is bezeten van honkbal, waarin hij eerst niet zo goed is – geen enkel team heeft hem graag als speler – maar kan uiteindelijk toch aan een interscholenkampioenschap deelnemen.
In 1948 sluit hij zich aan bij het volksprotest tegen de tariefverhogingen van het busvervoer. In 1954 neemt hij deel aan de strijd tegen de dictatuur van Batista waardoor hij geficheerd wordt en het land moet verlaten. Op zijn eenentwintigste emigreert hij naar de VS. In 1955 wordt hij gearresteerd en naar Cuba gedeporteerd, waar hij meedoet met het studentenprotest en tijdens een betoging gewond raakt. Hij neemt opnieuw de benen naar de VS. In New-York hoort hij over het project van Fidel. Camilo wordt opnieuw uitgewezen, en hij komt op 19 september 1956 aan in Mexico waar hij Fidel vervoegt. Hij is een van de 82 rebellen die met de Granma naar Cuba varen, en waar hij aan de zijde van Fidel zal vechten. Hij onderscheidt zich in het gevecht als guerrillaleider en wordt achtereenvolgens peletonchef en kapitein. Op 16 april 1958 wordt hij tot commandant bevorderd en krijgt de leiding over de Kolonne 2 Antonio Maceo, met de driehoek van de Cubaanse steden Bayamo, Manzanillo en Victoria de Las Tunas als gevechtszone.
Op 2 januari 1959 neemt hij Havana in. Op 20 januari wordt de revolutionaire regering gevormd. Camilo wordt tot hoofd van de generale staf van het rebellenleger benoemd. Wanneer Hubert Matos, een commandant van het rebellenleger, in oktober 1959 in Camagüey een opstand tegen de revolutionaire regering beraamt, trekt Camilo naar de kazerne daar en arresteert hem. Matos zal twintig jaar cel krijgen wegens verraad, en nadien naar Miami trekken waar hij een van de meest extremistische tegenstanders van de Cubaanse revolutie zal worden.
Op 28 oktober 1959 neemt Camilo in Camagüey het vliegtuig naar Havana, samen met de piloot Luciano Fariñas, kapitein Senén Casas en soldaat Félix Rodríguez. Ze zullen Havana nooit bereiken. Ondanks intensief zoeken worden het vliegtuig en zijn passagiers niet gevonden. Camilo is dan amper zevenentwintig jaar oud.
Camilo Cienfuegos was bekend voor zijn eenvoud, zijn glimlach en joviaal temperament en zijn gevoel voor humor. Hij wordt geroemd voor zijn trouw aan het land, de partij en de revolutie. Militaire scholen in Cuba dragen zijn naam, en de studenten worden er “
Camilitos” genoemd. In Matanza draagt ook een universiteit zijn naam. Zijn beeltenis prijkt op de 20 pesobiljetten (CUC), en je vindt zijn naam ook terug op duizenden straatnaambordjes. In Yaguajay, in de provincie Sancti Spíritus, is er een museum aan hem gewijd.
Bron: www.ecured.cu en granma.cu