Het vredesakkoord in Colombia heeft kans op slagen, schrijven deze onderzoekers van het ‘Leuven Centre for Global Governance Studies’, KU Leuven. Dat is uitzonderlijk en hoopgevend.
Op 30 november heeft het Colombiaanse Congres het heronderhandelde vredesakkoord tussen de Colombiaanse overheid en de guerrillabeweging Farc met een overweldigende meerderheid goedgekeurd. Het is een zeldzaam hoopvol signaal in een jaar vol oorlogsmisdaden, gewapende conflicten, terreuraanslagen en populisme.
Dit akkoord brengt Colombia een stap dichter bij het einde van een gewapend conflict dat het land al meer dan vijftig jaar in zijn greep houdt en dat meer dan 220.000 mensenlevens heeft geëist. De goede afloop van de vredesonderhandelingen was geen zekerheid, gelet op het negatieve resultaat van het voorafgaande referendum. Een van de controversieelste aspecten is de vraag of het Akkoord van Havana dat de strijdende partijen eerder dit jaar sloten, al dan niet de slachtoffers in de kou laat staan. Zo beweren sommigen dat het akkoord straffeloosheid in de hand werkt en amnestie verleent voor de gruwelijkste misdaden. Maar is dat ook zo?
Slachtoffers in de hoofdrolIn vergelijking met eerdere vredesprocessen in Colombia en elders in de wereld, gaat het vredesproces van Havana een ongeziene stap verder. Vanaf het begin van de gesprekken in 2012 hebben de onderhandelaars de slachtoffers de hoofdrol toegewezen. Dat is hoogst uitzonderlijk. Slachtoffers werden uitgenodigd aan de onderhandelingstafel in Havana, hun voorstellen in overweging genomen. Het systeem van overgangsjustitie (transitional justice) hield rekening met de rechten van slachtoffers op gerechtigheid, waarheid en herstel.
Het referendum waarmee het eerste akkoord in oktober 2016 werd verworpen, bood een bijkomende kans om een nationale dialoog te houden teneinde een ruimere consensus te bereiken.
De veroordeelde daders moeten deelnemen aan herstelmaatregelen die de slachtoffers en de samenleving ten goede komen. Door mee te werken aan materiële wederopbouw, bijvoorbeeldIn het vredesakkoord zelf is een omvangrijk systeem van overgangsjustitie overeengekomen waarbij de participatie van slachtoffers gewaarborgd wordt. Overgangsjustitie refereert naar de pogingen van een samenleving om in het reine te komen met haar gewelddadig verleden via mechanismen zoals waarheidscommissies, tribunalen, herstelmaatregelen en institutionele hervormingen. Geïnspireerd door de Zuid-Afrikaanse waarheidscommissie, legt het Akkoord van Havana sterk de nadruk op het achterhalen van de waarheid omtrent het conflict.
Niks dan de waarheidDe waarheidscommissie gaat gepaard met een gerechtelijk systeem voor de berechting van guerrillastrijders en leden van het Colombiaanse leger. In tegenstelling tot een louter klassiek strafrechtelijk systeem waarbij de daders bestraffen centraal staat en de slachtoffers vaak uit het oog verloren worden, heeft men gekozen voor een combinatie van modellen, waarbij een herstelgerichte aanpak op de eerste plaats komt.
Het hoofddoel is een dialoog tot stand te brengen tussen de slachtoffers, de bredere samenleving en de daders. Die dialoog moet op haar beurt bijdragen tot verzoening en re-integratie van slachtoffers en daders. Het is hierbij cruciaal dat de daders verantwoordelijkheid opnemen voor hun daden en voor het herstel van de geleden schade. Daarom is het gerechtelijk systeem gebaseerd op de mate waarin de waarheid wordt erkend en de mate waarin de dader zijn verantwoordelijkheid opneemt. Als dat voldoende het geval is, zullen de opgelegde sancties een herstellend karakter hebben. Dat houdt in dat de veroordeelde daders deelnemen aan herstelmaatregelen die de slachtoffers en de brede samenleving ten goede komen. Door mee te werken aan projecten van materiële wederopbouw in getroffen gebieden, bijvoorbeeld.
Het doel van deze vernieuwende sancties gaat dus verder dan de daders bestraffen en draagt bij tot het omvormen van Colombia tot een vreedzame samenleving. Maar als een dader weigert de waarheid te erkennen en zijn verantwoordelijkheid op te nemen, dan volgt berechting volgens het Colombiaanse strafrecht en riskeert hij een gevangenisstraf van vijftien tot twintig jaar.
Nu nog de uitvoeringHet vredesakkoord is ook een van de eerste in zijn soort om expliciet amnestie en genade voor internationale misdaden uit te sluiten. Ten slotte neemt de Farc als rebellengroepering collectieve verantwoordelijkheid op voor haar slachtoffers. Dit houdt onder meer in dat de Farc zal bijdragen tot het materiële en integrale herstel voor de slachtoffers.
De slachtoffer- en herstelgerichte aanpak van het Akkoord van Havana is zeer innovatief en heeft het potentieel om als toonaangevend voorbeeld voor toekomstige vredesprocessen te dienen. Natuurlijk kan geen enkel vredesakkoord iedereen ten volle tevredenstellen. Het Akkoord betekent zeker niet dat de zoektocht naar vrede en verzoening in Colombia voorbij is. De belangrijkste fase, de uitvoering, moet immers nog beginnen. Maar het is een hoopgevend lichtpunt aan het einde van een donker jaar voor de rechten van de mens.
De Standaard 12-12-2016