Internationale medische samenwerking: De lessen van Cuba

Prof Em. Dr. Choonara van de Universiteit van Nothingham is gespecialiseerd in kinderfamacologie en in kindergezondheidszorg. Jaarlijks organiseert hij een pediatrisch congres in Havana.

Cuba telt tegenwoordig meer dan 50.000 professionele gezondheidsmedewerkers die werken in 67 verschillende landen. Dit is een groter aantal professionals dan die van Artsen Zonder Grenzen, Rode Kruis en Unicef samen. Toch zijn mensen in Groot Brittannië – gezondheidswerkers inbegrepen – zich niet bewust van Cuba’s samenwerking op vlak van gezondheid of van de voordelen die het volgen van Cuba’s voorbeeld zouden brengen voor ons eigen systeem. Cuba heeft omringende landen altijd hulp aangeboden tijdens de nasleep van natuurrampen of het nu aardbevingen, orkanen, overstromingen of het uitbreken van knokkelkoorts was. Het speelde een sleutelrol in de bevoorrading van gezondheidszorg na de aardbeving in Haïti. Het heeft ook de VS hulp aangeboden ten gevolge van orkaan Katrina. Na de aardbeving van 2005 in Pakistan, zond Cuba meer dan 2000 gezondheidswerkers ter plaatse. De Cubanen bleven er langer dan eender welke andere internationale groep. Cuba was ook de voortrekker in de recente ebola uitbraak in Afrika. Haar bijdrage tot wereldgezondheid wordt geprezen door de Wereldgezondheidsorganisatie en zijn directeur Dr. Margaret Chan.

Cuba is een klein land met een gemiddeld inkomen. Hoe heeft het zichzelf veranderd in een wereldmacht op vlak van gezondheidszorg?

Eerst en vooral is het belangrijk te erkennen dat gezondheidszorg en specifiek kinderzorg in Cuba uitstekend is. Kindersterfte: 5.5 per 1000 levende geboortes ligt lager dan in de VS met 6.5. Cuba heeft een van het hoogste aantal dokters per inwoners in de wereld (67.2 per 10000 inwoners) Dit is bereikt door het gratis maken van de medische opleiding en het hoge aantal staat Cuba toe om gezondheidswerkers naar het buitenland te sturen zonder nadelige effecten voor de gezondheidssituatie van de eigen bevolking.

Cuba’s eerste internationale gezondheidssamenwerking vond plaats in 1960 toen het een medische brigade stuurde naar Chili na een aardbeving. In 1963 gingen 50 gezondheidswerkers naar Algerije dit luide de start in van Cuba’s samenwerking op vlak van liefdadigheid.

Er zijn uitgebreide lange termijn samenwerkingen geweest voor de kinderen van Tsjernobyl – na de nucleaire ramp in 1986 -, in gezondheidszorg voor arme Venezolanen ( Missie Barrio Adentro), Operacion Milagro ( operatie mirakel) met de focus op beginnende blindheid en meer recent het ‘Mais Medicos’ ( Meer Dokters ) programma in Brazilië.

Een hoeksteen in het werk van Cubaanse gezondheidsmedewerkers overzee is dat ze, zoals artsen zonder grenzen, werken in de gebieden die het meest hulpbehoevend zijn. Dit zijn vaak landelijke gebieden waar de lokale bevolking nog nooit toegang heeft gehad tot gezondheidszorg.

Cubaanse gezondheidswerkers zijn betrokken in het helpen opzetten van faciliteiten om op lange termijn gezondheidszorg te kunnen verstrekken in een groot aantal landen. Cuba erkent de relatie tussen gezondheid en sociale factoren en erkent gezondheid als een mensenrecht. Ze werken samen met andere landen om de gezondheid van de lokale bevolking te verbeteren omdat Cubanen zich hiervoor verantwoordelijk voelen.

Op het moment van hun kwalificatie hebben Cubaanse gezondheidsmedewerkers de mogelijkheid zich op te geven als een overzees vrijwilliger. Voor wie dat doet zijn er verschillende voordelen. Eerst en vooral de mogelijkheid om ervaring op te i.v.m. medische ziektes of trauma’s die niet voorkomen in Cuba, en ook een loonbonus.

Cuba zelf heeft ook baat bij het uitsturen van gezondheidswerkers naar het buitenland. Voorheen gebeurde dat enkel in respons op natuurrampen als pure humanitaire missies. Landen met voldoende economische middelen zoals Brazilië betalen nu ook voor deze diensten of er worden goederen voor verruild zoals olie in het geval van Venezuela.

Arme landen die niet in staat zijn te betalen voor Cubaanse gezondheidswerkers krijgen toch hulp. In sommige gevallen hebben landen met hoge inkomens zoals Noorwegen, Cuba betaald om gezondheidswerkers te sturen in plaats van zelf eigen personeel naar de andere kant van de wereld te sturen. Het uitsturen van medisch personeel is nu een van de grootste inkomens voor Cuba uiteraard enkel van regeringen die het zich kunnen permitteren.

Cuba’s internationale samenwerking begon wel degelijk als een humanitaire actie en niet als een economisch plan. De Cubaanse gezondheidswerkers zien de mogelijkheid om in het buitenland te werken als een kans en vinden zelf dat hun gratis opleiding bedoeld is om anderen te kunnen helpen. Werken in het buitenland is zo deel geworden van het Cubaanse gezondheidsbeleid.

Cuba is een voorbeeld voor andere landen. De vraag blijft of landen met hoge inkomens die significant rijker zijn dan Cuba het Cubaanse model kunnen overnemen. Vele jonge dokters in rijke landen zouden de kans om in het buitenland te werken appreciëren om meer ervaring op te doen en om benadeelde gemeenschappen te helpen. De concepten van sociale gezondheid en sociale gerechtigheid zijn niet gelimiteerd tot de Cubaanse gezondheidsmedewerkers. Velen uit de medische sector over de hele wereld delen hetzelfde verantwoordelijkheidsgevoel. Tegenwoordig worden jonge dokters in Europa die in het buitenland willen werken lid van NGO’s zoals Artsen Zonder Grenzen. Jonge dokters die in het buitenland gaan werken voor organisaties zoals AZG moeten hun stageprogramma onderbreken en hebben geen garantie op een job eenmaal ze terug komen.

Europese regeringen zouden moeten samenwerken met organisaties zoals AZG en die jonge dokters subsidiëren om in het buitenland te werken. Bv. zou Groot–Brittannië initieel 50 plaatsen per jaar kunnen bieden. Om dit te kunnen bereiken is er een grote politieke bereidheid nodig van Europese regeringen. De financiële investering die nodig is, is vrij klein vergeleken met de grote uitgaven voor militaire interventies ieder jaar.

De vraag blijft natuurlijk of rijkere Europese landen en de Europese Unie bereid zijn om Cuba’s voorbeeld te volgen.

Dit artikel is een samenvatting van een paper die je hier kan lezen (Eng.)vert.: Louis Laevens

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.