Op 3 november jongstleden nodigde president Maduro van Venezuela crediteuren uit om op 13 november een herstructurering van de Venezolaanse staatsschuld te bespreken. Op 8 november heeft de Trump VS-obligatiehouders gewaarschuwd dat het bijwonen van deze vergadering in strijd is met de economische sancties tegen Venezuela. Zo’n schending kan worden bestraft met 30 jaar gevangenisstraf en tot $10 miljoen boetes.
De VS voegde de overheid nog eens 10 Venezolaanse ambtenaren toe aan de lijst van personen op wie de sancties van toepassing zijn: verkiezingsambtenaren en ook het hoofd van het belangrijkste voedselverstrekkingsprogramma van de regering. De sancties zijn in strijd met het handvest van de Organisatie van Amerikaanse Staten (hoofdstuk 4, artikel 19) en andere internationale verdragen die de VS hebben ondertekend.
Het is belangrijk om zowel de context als de beoogde (en ook de te verwachten) effecten van de Trump administratie te begrijpen. Onder aanmoediging van Senator Marco Rubio en andere Republikeinen probeert Trump de verkozen regering van Venezuela omver te werpen. Na vier maanden van gewelddadige straatprotesten slaagden de Venezolaanse oppositie daar niet en vervreemde ze ook een groot deel van de Venezolaanse bevolking van zich. Een groot deel koos er ook voor om deel te nemen aan de regionale verkiezingen van 15 oktober.
Het toonaangevende en meest betrouwbare pro-oppositie enquètebureau Datanálisis, voorspelde een overweldigende overwinning van de oppositie, met 18 gouverneurs. Het resultaat was echter het tegenovergestelde: de regerende PSUV (Socialistische) partij won 18 van de 23 verkiezingen. Hoewel er blijkbaar foute kiesresultaten op doken die één nipte gouverneursverkiezing (in de staat Bolívar) zouden hebben beïnvloed – en dit moet worden onderzocht – zijn de andere resultaten niet in twijfel getrokken, en werden zij door de meeste oppositie geaccepteerd. Er zijn verschillende verklaringen voor het verrassende resultaat, maar de meest waarschijnlijkste is de onthouding van de oppositiestemmers en de hoger dan verwachte opkomst van kiezers die vóór de regering zijn. Verbeterde voedseldistributie heeft de overheid waarschijnlijk geholpen.
Een ding dat de oppositie kennelijk heeft geschaad, was hun steun voor de sancties van Trump. Volgens Datanálisis waren de Venezolanen met een marge van 61,4 tot 28,5 procent tegen de sancties en onder de onbesliste kiezers was meer dan 70 procent tegen. Ook wilde 69 procent dat de oppositie en de regering de onderhandelingen zouden hervatten. De regimewijzigingsstrategie is mislukt. Toch besloot Trump om de sancties te verdubbelen en openlijk in te zetten op ‘regime change’. De strategie lijkt erop gericht te zijn een economisch herstel te dwarsbomen en de tekorten (o.a. essentiële medicijnen en voedsel) te verergeren, zodat de Venezolanen weer op straat komen en de regering omver werpen.
De sancties van Trump verbieden expliciet nieuwe leningen. Dit om ervoor te zorgen dat Venezuela niet kan doen wat de meeste regeringen doen met het grootste deel van hun schuld: de hoofdsom “verlengen” door opnieuw te lenen wanneer een obligatie vervalt. Vorige week bijvoorbeeld kon de overheid $1,2 miljard in hoofdsom niet betalen voor PDVSA-obligaties. Venezuela kan op dit moment niet lenen op de internationale markten, maar zou dit -zonder de sancties binnen afzienbare tijd wel opnieuw kunnen doen.
De sancties maken een schuldherstructurering veel moeilijker of onmogelijk. Bij een schuldherstructurering worden rente- en aflossingen uitgesteld en ontvangen crediteuren nieuwe obligaties – die door de sancties expliciet verboden zijn. Nu bedreigt de Trump regering zelfs de onderhandelingen over een herstructurering, onder het voorwendsel dat de hoofdonderhandelaars Vice President Tareck El Aissami en minister Simon Zerpa gesanctioneerd zijn wegens vermeende drugshandel en corruptie. De Trump regering heeft geen enkel bewijs voor deze beweringen geleverd.
De nieuwe sancties van 9/11 tegen verkiezingsambtenaren worden gerechtvaardigd door “talrijke onregelmatigheden die sterk suggereren dat de fraude de heersende partij onverwacht een meerderheid van gouverneurschappen bezorgde.” Dit is een louter verzinsel, en doet denken aan de Venezolaanse presidentsverkiezingen van 2013, toen Washington de laatste regering was die het resultaat erkende. Uit een statistische analyse bleek dat de kans om het officiële resultaat te verkrijgen, indien het werkelijke resultaat een overwinning van de oppositie was geweest, minder dan één op de 25.000 biljoen was.
Maar dit is waar het om gaat bij pogingen een regime onderuit te halen. Wanneer de verkiezingsuitslagen niet overeenkomen met dat doel, moeten ze frauduleus worden verklaard en tegelijk wordt economische wurging toegepast.
Natuurlijk zal de Venezolaanse regering een aantal serieuze economische hervormingen moeten doorvoeren – met name de eenmaking van de wisselkoers en andere maatregelen om het inflatiepercentage, dat jaarlijks met 1000 procent stijgt, terug te dringen – wil er sprake zijn van een economisch herstel. De olieprijs is echter 33 procent gestegen ten opzichte van het dieptepunt in juni, en ondanks de dalende olieproductie is de uitvoer van Venezuela met 28 procent gestegen ten opzichte van vorig jaar (de eerste acht maanden, naar schatting van Torino Capital).
Trump en zijn bondgenoten in de EU en de rechtse regeringen in Argentinië en Brazilië, evenals de fanatieke secretaris-generaal van de OAS, willen ervoor zorgen dat een herstel nooit plaatsvindt. Ondanks al hun schaamteloze woorden over mensenrechten en democratie is het geen vreedzame strategie die zij volgen. Ze nemen maatregelen om het lijden van de Venezolanen te vergroten in de hoop de omverwerping van de regering te provoceren. Dit is geen “bevordering van de democratie”, maar een verandering van regime, met welke middelen dan ook, zoals Trump, op zijn gebruikelijke blufferige toon duidelijk maakte toen hij dreigde met militair optreden tegen Venezuela.
Alternet