Cuba na Fidel Castro (deel 6). Hoe komen Cubanen rond met 12 euro?

De Cubanen verdienen gemiddeld 415 peso per maand, dat is omgerekend 12 euro. Toch kunnen ze zich zaken veroorloven die enkel weggelegd zijn voor de rijken van Latijns-Amerika. Dit artikel probeert deze schijnbare contradictie op te helderen.* Een wiskundig raadsel Vele toeristen hebben wellicht al een rekensommetje gemaakt over het Cubaanse loon. In 2009 bedroeg dat gemiddeld 415 peso. Dat is omgerekend 12 euro en lijkt belachelijk weinig. Het wordt nog absurder als je weet dat zo’n maandloon volledig opgaat aan de aankoop van een nieuwe jeans of een paar schoenen. Hoe kan een Cubaan dan in godsnaam rondkomen? Of neem het voorbeeld van Ricardo. Hij is 52 jaar oud, gehuwd en vader van twee dochters. Hij werkt als bediende in een overheidsbedrijf. Zijn loon uitgedrukt in euro is nog minder dan het drinkgeld van mijn neefje van veertien. Zo bekeken behoort Ricardo tot de allerarmsten van de planeet. Maar dat klopt niet, want ondanks zijn schamel loontje is hij eigenaar van een huis met drie slaapkamers, studeren zijn beide dochters aan de universiteit en zal hij statistisch gesproken twintig jaar langer leven dan zijn collega uit buurland Haïti. Vorig jaar nog onderging hij een hartoperatie, iets wat alleen de rijken van Latijns-Amerika zich kunnen veroorloven. Ricardo is geen uitzondering, maar de regel. Hoe zit dat dan? Zijn loon stelt niets voor, maar toch kan hij dingen doen die in Latijns-Amerika voorbehouden zijn aan de eerder rijkere bevolkingslaag. Deze schijnbare contradictie heeft te maken met het feit dat de prijs van diensten en goederen sterk kunnen verschillen van land tot land. En dat is op een extreme wijze het geval voor Cuba. Daar zijn heel wat diensten en goederen zoals onderwijs, geneeskundige verzorging, transport, cultuur, basisvoeding, … gratis of zeer goedkoop en heeft het loon niet dezelfde functie als in een kapitalistische samenleving. Een goed begrip van de situatie wordt verder nog bemoeilijkt door drie andere complicaties. Vooreerst is er het dubbele muntsysteem: de peso en de CUC. De peso wordt vooral gebruikt voor de basisgoederen en –diensten, de CUC wordt gebruikt voor de extra’s. Toeristen betalen doorgaans enkel in CUC. De CUC heeft ongeveer de waarde van een dollar (en schommelt t.o.v. de euro) en heeft de laatste jaren de vaste waarde van 24 peso. Een product in het pesocircuit is veel goedkoper dan in het CUC-circuit. Zo betaal je voor een snack of een drankje in een pesorestaurant gemakkelijk tien tot twintig maal minder dan in een CUC etablissement. Het CUC circuit was in de jaren negentig in de eerste instantie bedoeld voor toeristen maar dat is verleden tijd. Het is niet ongewoon op een menu prijzen in de twee munten aan te treffen. Een tweede complicatie is dat gezinnen hun inkomen vaak weten aan te vullen met buitenlandse deviezen, opgestuurd door familieleden in het buitenland, of met CUC’s omdat ze in een joint venture of in de toerismesector tewerkgesteld zijn (fooien), omdat ze voor eigen rekening werken, enz. Daarnaast ontvangen heel wat arbeiders en bedienden bovenop hun loon goederen in natura, bonnen waarmee ze goederen kunnen kopen. Ten derde zijn ook een aantal goederen of diensten zeer goedkoop of zelfs gratis via het bedrijf waarvoor je werkt. Hetzelfde toestel kost veel minder via de bedrijfsaankoop dan bij aankoop in een winkel. Dat kan gaan over een tv-toestel, maar ook over een weekje vakantie. De ‘reële koopkracht’ Het voorgaande maakt duidelijk dat het weinig zinvol is om het loon in peso om te zetten in euro, volgens de wisselkoers. Zo’n berekening leert ons enkel wat een Cubaan in het buitenland zou kunnen kopen met dat loon, niet wat hij er in eigen land mee kan krijgen, behalve dan de producten in de CUC winkels. En dan nog. Om te weten te komen wat een Cubaan nu feitelijk met zijn loon kan kopen, of anders gezegd, wat zijn levensstandaard is, moet je de zogenaamde ‘reële koopkracht’ berekenen. Het principe is eenvoudig, de berekening iets ingewikkelder. Het gebeurt als volgt. Je neemt een korf van bijvoorbeeld honderd goederen en diensten. Je berekent eerst hoeveel deze korf goederen en diensten in Cuba kost, uitgedrukt in peso. Daarna bereken je hoeveel dezelfde korf in een referentieland kost. We hebben hiervoor België genomen, maar we hadden evengoed een ander ‘ontwikkeld’ land kunnen nemen, omdat er nauwelijks een verschil is in de prijzenstructuur van de rijke landen. De gevonden resultaten hangen m.a.w. niet af van het referentieland, in ons geval België. Stel dat de korf in Cuba 200 peso kost en dezelfde korf in België zo’n 300 euro, dan kan je met 200 peso in Cuba evenveel kopen als met 300 euro bij ons. In dit voorbeeld is de ‘reële’ koopkracht van 1 peso dus gelijk aan 1,5 euro. En zo kan je dan het loon van een Cubaan omzetten in euro. In werkelijkheid is de gemiddelde pariteit 1 peso ~ 1,6 euro, of 53 maal meer dan de (nominale) wisselkoers laat uitschijnen. De uitleg over onze berekening vind je op het einde van dit artikel. Ze benadert zeer sterk wat het CIA World Factbook daarover geeft.(1) De berekening leert dat een Cuba gemiddeld met 1 peso in Cuba evenveel kan kopen als een Belg met ongeveer 1,6 euro in België. Men schrijft dan: 1 peso = 1,6 euro ppp (Purchasing Power Parity of koopkrachtpariteit). Let wel, het gaat hier om een gemiddelde. Er zijn extreem grote verschillen naargelang de producten en diensten. Enkele voorbeelden: een doktersbezoek of opname in het ziekenhuis kosten 0 peso, een busticket 0,2 peso, een bezoek aan de kapper 3 peso, de maandelijkse factuur voor elektriciteit 25 peso, een treinticket (100 km) 8 peso, een boek ongeveer 25 peso. Dat zijn voorbeelden van goedkope producten of diensten. Voor een nieuw paar schoenen leg je al gauw 240 peso neer, een ventilator kost ongeveer 1000 peso en een microgolfoven 2000 peso. Als we onderscheid maken tussen de soort producten en diensten dan krijgen we nog een beter beeld van wat vergelijkbare producten of diensten bij ons zouden kosten. Zo geldt voor de basisgoederen – het overgrote merendeel van wat de Cubanen kopen – een andere pariteit: 1 peso = 4,15 euro ppp. Dat is 141 maal meer dan de omzetting met de wisselkoers leert. Voor de producten van de CUC winkels of diensten bij particulieren (in CUC te betalen) is de pariteit: 1 peso = 0,025 euro ppp (1 bef). Dat is zelfs minder dan de omzetting met de wisselkoers, namelijk 0,8 maal. In de annex achteraan vind je een lijst van de basisgoederen en –diensten en de overige goederen en diensten. Grote prijsverschillen Die cijfers en de voorbeelden laten zien dat de prijzenstructuur op Cuba totaal verschilt van die bij ons. Dat is het gevolg van sterke subsidies voor basisgoederen –en diensten en het feit dat Cuba na de val van de Sovjet-Unie voor zijn import wereldmarktprijzen moest betalen. Enkele voorbeelden van die merkwaardige prijzenstructuur: de maandelijkse afbetaling voor een huis bedraagt minder dan tien procent van één salaris, maar voor een paar extra schoenen in een CUC-winkel betaal je gemakkelijk een maandsalaris. Anderzijds kost de maandelijkse factuur voor energie en water zoveel als twee biertjes in de CUC-sector. Een pakje sigaretten kost dan al gauw evenveel als het maandelijks basispakket voedsel voor een gezin. Maar men kan verschillende keren naar de film, het theater of een baseballmatch (even populair als voetbal bij ons) gaan voor de prijs van 1 liter benzine. Je moet een onderscheid maken tussen de basisgoederen en –diensten en de overige. De eersten zijn gesubsidieerd en zijn gratis of spotgoedkoop. De studies aan de universiteit of een lange revalidatie zijn volstrekt gratis, terwijl een busrit 170 maal minder kost dan bij ons, idem voor een theaterbezoek. Met het basisrantsoen kan je uiterst goedkoop een hoeveelheid voedsel en kledij aanschaffen, maar dat is beperkt. Voor de extra’s of luxegoederen betaalt de Cubaan de prijzen die bepaald worden door de binnenlandse markt voornamelijk voor het voedsel, en de wereldmarkt voor het overige. En in verhouding tot de basisgoederen zijn die prijzen hoog. Deel 7: Hoeveel verdient een Cubaan nu eigenlijk? Deel 1: Cuba na Fidel Castro: inleiding Deel 2: Naar een nieuw economisch model? Deel 3: De kloof tussen de economie en de rest Deel 4: De kloof tussen arbeid, salaris en koopkracht Deel 5: Volgt Cuba de weg van China? Annex: Berekening van de koopkracht van de Cubaanse peso (koopkrachtpariteit) Onze berekening is gebeurd op basis van een korf van zowat alle goederen en diensten die een gemiddeld Cubaans gezin van twee kinderen en twee volwassenen zich doorheen de jaren aanschaft. Alles wordt herleid naar de kostprijs per maand van het betreffend product of dienst. Als een tafel 600 peso kost en gemiddeld twintig jaar meegaat, kost die omgerekend 2,5 peso per maand (600 gedeeld door 20 en nog eens gedeeld door 12). Idem voor de berekening van zo’n tafel in euro’s. Er wordt dus rekening gehouden met het aandeel dat zo’n product of dienst in het geheel van de uitgaven inneemt. Het CIA World Factbook komt uit op 1 peso ~ 1,96 dollar ppp, wat neerkomt op 1 peso ~ 1,4 euro ppp (cijfers van juli 2009). Basisgoederen of -diensten: huis (huur of afbetaling), energie (water, elektriciteit, gas), basisvoedselaankopen (libreta), onderhoudsgerief, openbaar vervoer, dokters- en apotheekkosten, schooluitgaven, basisaankopen kledij en schoenen (libreta of tweedehands), krant en tijdschrift, tv, uitgaven film, theater, sportwedstrijd. Tv, wasmachine, koelkast, gasvuur, enz. bij aankoop via je bedrijf. Overige: extra voedsel op de landbouwmarkten of in CUC-winkels, tabak, alcohol in CUC-sector, extra kledij in CUC-winkels; autoverbruik en –onderhoud, extra benzine, microgolfoven, geluidsinstallatie, computer, gsm, … Tv, wasmachine, koelkast, gasvuur, enz. in een CUC-winkel. Eindnoten* Dit artikel verscheen eerder in licht gewijzigde vorm als onderdeel van een MO* Paper: Wat met de Cubaanse revolutie na Fidel Castro? Februari 2010. Deze paper kan je gratis downloaden op volgend adres: www.mo.be/fileadmin/pdf/MO-paper40_cuba.pdf. (1) CIA, The World Factbook, https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/cu.html.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.