Geschiedenis van Cuba 9: De Speciale Periode (1990-)

De val van de SU veroorzaakt een nooit geziene economische crisis. Bovendien verscherpen de VS de blokkade. Om de crisis het hoofd te bieden worden grondige economische hervormingen doorgevoerd. Het is erop of eronder voor de revolutie.* De periode ’89-‘91 is rampzalig. In november 1989 valt de Muur van Berlijn en één voor één maken de socialistische zusterlanden in Europa de overstap naar het kapitalisme. Eind december laten de VS hun tanden zien. Ze vallen het nabijgelegen Panama binnen en nemen de president gevangen. Het is de grootste militaire operatie sinds de oorlog met Vietnam. Meer dan duizend Panamezen worden gedood. Een repetitie voor Cuba? In februari 1990 verliezen de Sandinisten de verkiezingen en nog een jaar later valt de SU uit elkaar en verlaten de Sovjettroepen het eiland. De VS zetten de ex-socialistische landen onder druk om hun economische banden met Cuba te stoppen. Zo ontstaat een tweede blokkade. De economische gevolgen zijn catastrofaal. In enkele maanden tijd verliest Cuba zijn belangrijkste handelspartners en het hele productiesysteem geraakt ontregeld. Tot overmaat van ramp zakt de prijs van het suiker op de wereldmarkt in elkaar. De buitenlandse handel vermindert met 75%, het BNP met 35% en de koopkracht van de bevolking met 50%. De Cubaanse revolutie maakt een bijzonder moeilijke periode door. Fidel Castro kondigt de ‘Speciale Periode in Vredestijd’ aan in 1992. De VS hopen de genadeslag te kunnen toedienen en verscherpen de blokkade: eerst door de wet Torricelli in 1992 en later door de wet Helms-Burton in 1996. Met deze wet worden andere landen onder druk gezet om hun investeringen, financiële transacties of handelsbetrekkingen met Cuba te stoppen. Het gevolg is o.a. dat buitenlandse banken voortaan een intrestvoet aanrekenen tussen 15 en 25%. De wet Helms-Burton bevat ook een luik met concrete maatregelen voor de ontmanteling van de revolutie, het installeren van het kapitalisme en het aanstellen van een overgangsregering. De uithongeringsstrategie wordt goed verwoord door William Safire in de New York Times: Wij moeten er voor zorgen dat het Cubaanse volk voldoende uitgehongerd wordt opdat het zich voldoende kwaad zou maken en zich van Castro zou ontdoen.(1) In het begin van de jaren zestig verloor Cuba zijn bevoorrechte handelsrelaties met de VS. Dertig jaar later is dat opnieuw het geval met die van het socialistische kamp. Geen enkel land heeft op zo’n korte periode zo’n dramatische en onverwachte omwentelingen gekend in zijn economische en politieke relaties. Weinig maatschappijen zijn in staat een dergelijke economische rampspoed te overleven. Statistisch gesproken staat Cuba massale opstanden en een burgeroorlog te wachten, zoals dat gebeurd is Algerije in de jaren ’80, Albanië, Rusland en de Centraal-Aziatische Republieken in de jaren negentig. Regimes die met een ernstige economische ineenstorting geconfronteerd worden kunnen meestal maar het hoofd boven water houden door hun toevlucht te nemen tot militaire repressie zoals in Chili en Argentinië. In het begin van de jaren negentig verwachten de meeste waarnemers in elk geval het spoedig einde van de revolutie. In Miami worden de koffers gepakt en de ultra rechtse CANF heeft het over de ‘democratische transitie’ na de val van Fidel Castro. Maar de Cubanen denken er anders over. De bewoners hebben het bijzonder moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen, maar een grote meerderheid blijft achter de regering staan.(2) In oktober 1991 houdt de communistische partij zijn vierde congres. Ernstige economische maatregelen dringen zich op en het is ook noodzakelijk om de bevolking nog beter bij de besluitvorming te betrekken. Er komt een grondwetswijziging. Voortaan worden de afgevaardigden van de provinciale raden en het nationaal parlement rechtstreeks verkozen. Om de voorgestelde economische maatregelen voor te leggen en te bespreken worden in de werkplaatsen en wijken zogenaamde parlementos obreros (arbeidersparlementen) georganiseerd. Er gaan er zo’n tachtig duizend door. Zij geven groen licht aan een reeks grondige economische hervormingen: versnelde uitbouw van het toerisme, aantrekken van buitenlandse investeerders, legaliseren van het bezit van dollars, grondige hervorming van de landbouw, … Elders in de wereld gaat een ernstige economische crisis steevast gepaard met een sociale achteruitgang. In Cuba is dat niet het geval. Tussen ’89 en ’99 daalt de kindersterfte van 11 per duizend naar 6,4. De levensverwachting stijgt van 74 naar 75 jaar. Het aantal dokters evolueert van één per 443 inwoners naar één per 175.(3) In de zomer van 1994 bereikt de economische crisis zijn dieptepunt. De waarde van de nationale munt is onhoudbaar laag geworden t.o.v. de dollar, de levensomstandigheden van de doorsnee Cubaan zijn er sterk op achteruit gegaan. Op vier augustus wordt een lokale overzetboot in Havanna gekaapt en afgeleid naar de VS. Daarbij wordt een politieman om het leven gebracht. De kapers worden als helden ontvangen in Miami. ’s Anderendaags verspreiden VS radiozenders valse informatie, daarop breken rellen uit in enkele straten van Havanna. Er komt prompt een tegenbetoging van enkele tienduizenden met Fidel op kop. De relschoppers druipen af. Op 8 augustus is er opnieuw een bootkaping waarbij een politieman wordt gedood. Weerom wacht de gijzelnemers een triomfantelijk onthaal in Miami. Daarop besluit de Cubaanse om diegenen die het eiland willen verlaten, niet langer tegen te houden. Dertig duizend Cubanen verlaten het eiland op vlotten. Nadat president Clinton zijn grenzen sluit droogt de stroom balseros, zoals ze genoemd worden, dadelijk op. De VS voeren de meeste balseros af naar Guantánamo, de militaire VS-basis op Cuba. Deel 1: De koloniale periode en de onafhankelijkheidsstrijd Deel 2: De Republiek (1902-1953) Deel 3: De gewapende strijd (1953-1959) Deel 4: De revolutie krijgt vorm (1959-1960) Deel 5: Ontstaan en uitbouw van het socialisme (1961-75) (1) Deel 6: Ontstaan en uitbouw van het socialisme (1961-75) (2) Deel 7: Verdere uitbouw van het socialisme (1975-1986) Deel 8: De Rectificatie (1986-1989) Deel 10: Hervormingen en diplomatiek isolement (1994-1998) Deel 11: Diplomatieke successen en Batalla de ideas (1998-) Deel 12 (slot): Bush, ALBA, Fidel en Raúl (2003-) Tijdslijn Noten: * Dit artikel verscheen in gewijzigde vorm in Demuynck K. & Vandepitte M., De Factor Fidel, Antwerpen 2008, hoofdstuk 1. (1) Geciteerd door J. Blanco in Green Left, augustus 1994. (2) Onafhankelijke peilingen tonen aan dat meer dan driekwart van de bevolking achter de regering blijven staan. Voor meer details hierover, zie 3.6. (3) Silva León A., op. cit., p. 134.

Blijf op de hoogte. Schrijf je in op onze nieuwsbrief.

Restez informé. Abonnez-vous à notre newsletter.