Daarmee maakt ze een lachertje van haar eigen naam en missie en steunt ze de blokkade van de VS tegen het eiland, tegen de eigen Britse wetten in. Onze zusterorganisatie over de plas: Cuba Solidarity Campaign reageerde … …. in een open brief tegen deze schandalige houding van de academische instelling en had daarbij de steun van de vakbonden en verschillende parlementsleden. Ze analyseert het antwoord dat ze recent van de ‘Open’ unief kregen.
Klaarblijkelijk zit de OU meer in met de VS-wetgeving dan met haar eigen missie waarin ze stelt dat ze ‘open zijn voor iedereen’. De OU is allerminst uniek in de ‘openheid’ naar vreemde studenten en in haar ‘activiteiten in vele landen’. Vele andere universiteiten op het eiland doen hetzelfde en aanvaarden daarbij wél Cubaanse studenten. Verschillenden vna hen studeren er op dit moment. Wat de OU écht uniek maakt is dat ze Cubanen op grond van hun nationaliteit uitsluit.
Gesteld voor de keuze tussen het schenden van de ‘Equality Act van het VK of het riskeren van boetes door de VS-overheid, kiest de OU voor discriminatie van de Cubaanse studenten. Zo passen ze de facto de VS-blokkade toe in het VK. De pro-blokkade politici (nvdr: een minderheid dezer dagen) uit de VS zullen fier op ze zijn.
Cuba Solidarity Campaign kan niet begrijpen waarom OU denkt dat ze “de regels van het OFAC (blokkadecontroleur in de VS) voor de relevante toelatingen” moet toepassen om Cubaanse studenten te aanvaarden voor curricula in het VK, temeer dat andere uniefs dat niet doen. OU vraagt ons geduldig te zijn nu ze “tijdelijk niet in staat zijn studente uit een beperkte groep landen te aanvaarden”. Denkt OU misschien dat kortdurende discriminatie wel acceptabel is, of dat die beperkte groep van landen er niet zouden om malen? Net daarom moet OU verplicht worden haar weigering te laten vallen.
Misschien heeft onze campagne ertoe geleid dat OU zich inspant om “sterk aan te dringen bij OFAC om de toelatingen zo snel mogelijk te verstrekken”, want ze zijn nu publiekelijk te kijk gesteld als een discriminerende instelling. Maar – onafgezien van het resultaat van hun aanvraag bij OFAC – blijft hun afwijzing een schending van zowel de ‘Equality Act’ van het VK uit 2010 als van de ‘Handelsbeschermingsverklaring’ uit 1996. Volgens de website van de Britse regering: “ De handelsbeschemingsverklaring maakt het illegaal voor bedrijven die in het VK werken om extraterritoriaal wetten (zoals die van de VS over Cuba) toe te passen. Er zijn boetes voorzien voor organisaties en individuen die het toch doen”.
Toch zegt de OU dat ze “niet in staat is wetgeving die op ons kan slaan te negeren, noch kunnen we spanningen tussen de wetgeving van het VK en internationale (??) wetten oplossen”, maar door Cubaanse studenten uit te sluiten hebben ze dat net wél gedaan: Ze kozen ervoor de soevereine wetten van Groot-Brittannië te negeren tvv VS-wetten. I.p.v. voor hun eigen missie en waarden te vechten lappen ze die flagrant aan hun laars: “open staan voor mensen, landen , methodes en ideeën”. Ze maken zichzelf belachelijk als het gaat om “het bevorderen van gelijke kansen voor iedereen, en een strenge opvolging van onze praktijk m.b.t. deze idealen”.
OU zegt dat ze “ zich actief engageert om samen met de regering van het VK een oplossing te zoeken voor deze situatie”. We zijn zeer benieuwd hoe ze de actieve onaanvaardbare inmenging van een vreemde mogendheid in de interne zaken van het VK wil aanpakken. Het lijkt er sterk op dat de OU voor zichzelf heeft uitgemaakt welk land soeverein is in zijn beslissingen. De Britse regering moet nu beslissen of de wetten van het VK meer waard zijn dan het papier waarop ze gedrukt staan. Zo ja, dan moet ze onverwijld actie nemen om de OU te beboeten op basis van ongeoorloofde discriminatie en schending van de voornoemde akte.cuba-solidarity-campaign